14.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
-
a. onderdelen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, die bij het afzonderlijk realiseren opgevat zouden moeten worden als het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vereist is;
-
b. ondergrondse uitsteeksels, zoals funderingsonderdelen en overbouwingen ter verbinding van twee bouwwerken;
-
c. ondergrondse bouwwerken zoals kelders, kelderkoekoeken en kelderingangen, mits de bovenzijde daarvan niet hoger is gelegen dan de hoogte van het terrein ter plaatse bij de voltooiing van de bouw;
-
d. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, terrassen, bordessen, bordestreden, trappen(huizen), buitentrappen, liftschachten, uitspringende schoorsteenwanden, hijsinrichtingen, stortbuizen, galerijen, hellingbanen, laadperrons, balkons, erkers, entreeportalen, luifels, afdaken, dakoversteken, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en gevel- en kroonlijsten, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.