direct naar inhoud van 7.2 Stedenbouwkundige en architectonische aspecten
Plan: Wijk aan Zeeërweg-Motorhuis
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP0704WIJKAANZEEE1-I001

7.2 Stedenbouwkundige en architectonische aspecten

Voor de noordlocatie (Melkfabriek) zijn zorgwoningen voorzien, voor de zuidlocatie (Motorhuis) appartementen.

7.2.1 Locatie Melkfabriek

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP0704WIJKAANZEEE1-I001_0010.png"

Afbeelding 10, aanzicht gevels aan de van Linschotenstraat

Ten behoeve van de herontwikkeling van dit gebied zijn in maart 2006 randvoorwaarden opgesteld, waarin de uitgangspunten voor de locatie zijn vastgelegd. Deze randvoorwaarden zijn in 2009 door de raad bekrachtigd en dienen als basis voor dit bestemmingsplan.

De destijds geformuleerde randvoorwaarden voor de noordlocatie luiden als volgt:

  • woningtypologie: eengezinswoningen;
  • bebouwingstypologie: rijwoningen;
  • maximale bouwhoogte 9 meter (goot 6 meter, nok 9 meter); 2 lagen met kap aan de Wijk aan Zeeërweg. Bij Van Linschotenstraat twee lagen, plat dak met mogelijkheid van een dakopbouw. Deze opbouw dient 1 meter uit de voorgevel geplaatst te worden en in vormgeving en materialisering afwijkend te zijn aan de onderbouw;
  • rooilijnen Wijk aan Zeeërweg: minimaal achter of in lijn met voorgevelrooilijn van de woningen aan de Wijk aan Zeeërweg 166/164;
  • rooilijnen Van Linschotenstraat: minimaal achter of in lijn met voorgevelrooilijn van de woningen aan de Van Linschotenstraat 14;
  • parkeren: zie 'Uitgangspunten parkeren en verkeer';
  • welstand: conform de criteria uit de Welstandsnota.

In afwijking van het bovengeformuleerde uitgangspunt dat er eengezinswoningen (rijwoningen) gebouwd dienden te worden, worden op de locatie zorgappartementen gebouwd voor Stichting de Waerden. Zij bieden huisvesting aan mensen met een verstandelijke beperking. De reden dat wordt afgeweken van de in 2006 geformuleerde uitgangspunten is dat er thans op de woningmarkt meer behoefte bestaat aan huisvesting voor deze doelgroep. Vanuit het woonbeleid bezien is dit een positieve ontwikkeling.

In de studiefase van het ontwerp ontstond voor AWV Eigen Haard de mogelijkheid de naburige woning aan de Wijk aan Zeeërweg 162 aan te kopen om een coherent onderdeel te vormen met de zorgappartementen. Hierdoor kon de ideale grootte van ongeveer 50 m² van de appartementen gerealiseerd worden, de tuin van de bewoners werd groter en de wederzijdse inkijk in elkaars territorium verdween.

Na overleg met de Waerden is besloten dat de bestaande woning niet gesloopt wordt maar onderdeel wordt van het plan.

Het ontwerp sluit aan bij de stedenbouwkundige wensen door ervoor te zorgen dat aan de zijde van de Wijk aan Zeeerweg een bouwvolume van twee bouwlagen en een kap herkenbaar terugkomt in het plan. Hierdoor wordt een continue omlijsting van het Watertorenpark verkregen. Daarnaast is, net zoals op vele andere hoekbeëindigingen van de stroken woningen, in de lijst rondom het Watertorenpark, ook hier gekozen om de hoek op een krachtige manier met een plat dak vorm te geven.

De appartementen zijn gesitueerd aan de Wijk aan Zeeërweg en de van Linschotenstraat. Op het binnenterrein tegen de muur van het naastgelegen bedrijfsgebouw is de gezamenlijke huiskamer gesitueerd die gericht is op de tuin. Hierboven is nog één appartement mogelijk zodat de hoogte aansluit bij de hoogte van de woningen in de Dirk Hartoghstraat. In het ontwerp is op de hoek van de Wijk aan Zeeërweg en de van Linschotenstraat de massa drie lagen hoog. De gevel is met veel glas georiënteerd op het park. Op de hoek aan de van Linschotenstraat is de gevel gesloten op een paar slanke lichtstroken na. De gevel aan de van Linschotenstraat is in drie delen verdeeld, die enigszins schuin gepositioneerd zijn. Hierdoor ontstaat een duidelijke verticale individualiteit in de twee lagen metselwerk. De bovenste verdieping is 80 cm teruggetrokken en van zink.

Aan de Wijk aan Zeeërweg is boven het metselwerk een schuine kap ontworpen die aansluiting met de bestaande woning zoekt. De appartementen hebben openslaande deuren met franse balkons naar de straat ter plaatse van de woonkamers. Deze zijn boven elkaar geplaatst op elke verdieping. Gekozen is voor een traditioneel rode, enigszins gemêleerde baksteen. Deze kleur sluit goed aan bij de woningen in de omgeving. Hoewel er over het algemeen meer rode dan zwarte dakpannen worden toegepast in de schilderijlijst is er toch voor gekozen om zwarte dakpannen in het ontwerp op te nemen omdat deze kleur goed aansluit bij de naastgelegen woningen.

7.2.2 Locatie Het Motorhuis

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP0704WIJKAANZEEE1-I001_0011.png"

Afbeelding 11, aanzicht gevels aan de Houtmanstraat

Ten behoeve van de herontwikkeling van dit gebied zijn in maart 2006 randvoorwaarden opgesteld, waarin de uitgangspunten voor de locatie zijn vastgelegd. Deze randvoorwaarden zijn in 2009 door de raad bekrachtigd en dienen als basis voor dit bestemmingsplan.

De destijds geformuleerde randvoorwaarden voor de zuidlocatie luiden als volgt:

  • woningtypologie: voor senioren geschikte woningen;
  • bebouwingstypologie: appartementen, geen lege plint;
  • maximale bouwhoogtes: twee lagen plus kap, aan de Warmenhovenstraat voor de voorgevelrooilijn maximaal 3 meter.
  • parkeren: zie 'Uitgangspunten parkeren en verkeer';
  • welstand: conform de criteria uit de Welstandsnota.

Het gebouw is opgebouwd uit twee bouwlagen met kap, waardoor aansluiting gevonden wordt met de typerende uniforme omranding van het Watertorenpark.
De plattegrond van het gebouw heeft een U-vorm met een spitse beëindiging bij de entree. Door aan de zijde van de Warmerhovenstraat niet de gehele bouwlokatie te benutten, maar de gevel in de lijn van de Warmenhovenstraat te situeren ontstaat een sterke visuele relatie met de Wijk aan Zeeerweg. De 24 appartementen zijn met woon- en slaapfuncties op de straat gericht waardoor aan de galerijzijde een compact binnenhof ontstaat. Op de kruising Wijk aan Zeeërweg en Houtmanstraat is de entree van het binnenhof gesitueerd. Op de begane grond is een groenzone van 1,5 meter rondom het gebouw bedacht ten behoeve van de appartementen op de begane grond. De groenzone wordt begrensd door een 80 cm hoge haag.

Onder de appartementen is een parkeergarage gesitueerd. In verband met de mogelijkheid om natuurlijke ventilatie toe te passen zal de parkeergarage een halve meter boven maaiveld uitkomen, hierboven worden de appartementen gebouwd. Hierdoor ontstaat een verhoogde plint, waardoor de bouwhoogtes een halve meter hoger worden.

Op de hoeken van het gebouw wordt een accent gemaakt. Hier wordt de gevel doorgetrokken in drie lagen hoog. In het ontwerp van de gevels is gekozen voor een subtiele verticale verdeling met verschillende breedtematen en verkenningen in het metselwerk. Dit is afhankelijk van de functies achter de gevel.

Loggia's, woonkamers en slaapkamers bepalen zo voor een deel het karakter van de gaten in de gevel die ieder met afwerking, vorm en omranding een eigen verhaal vertellen. De gevelopeningen op de eerste verdieping steken boven het metselwerk uit en lopen over in dakkapellen op de tweede verdieping. Hierdoor wordt een statig voorkomen gecreëerd.

Het gebouw geeft een stoere metselwerk uitstraling met een verwijzing naar de Amsterdamsche School waarmee architectonisch aansluiting in de omgeving wordt gezocht.

Gekozen is voor een traditioneel rode, enigszins gemêleerde baksteen. Deze kleur sluit goed aan bij de woningen in de omgeving. Er wordt veel glas toegepast om een transparant geheel te creëren. Voor de schuine kap wordt gepatineerd zink voorgesteld.