direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Wijk aan Zeeërweg-Motorhuis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP0704WIJKAANZEEE1-R001

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

ter plaatse van de aanduiding:

  • b. 'erf' is het bebouwbaar erf behorende bij het perceel gelegen;
  • c. 'zorgwoning' zijn uitsluitend zorgwoningen toegestaan;

met de bij deze doeleinden behorende:

  • d. ondergrondse parkeergarage(s);
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. bijbehorende bouwwerken;
  • g. overige bouwwerken.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de aangegeven goot- en bouwhoogte niet worden overschreden.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op de gronden met de aanduiding 'erf' worden gebouwd, met dien verstande dat maximaal 55 m² aan bijbehorende bouwwerken is toegestaan;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 50% van het oppervlak van gronden met de aanduiding 'erf' bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag maximaal 4,0 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte bedraagt, voor aan het hoofdgebouw vastgebouwde bijbehorende bouwwerken, maximaal de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw plus 0,25 m en mag niet meer dan 4,0 m bedragen.
6.2.3 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,0 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,0 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goothoogte van bijbehorende bouwwerken, indien de afstand tot de perceelsgrens over een lengte van meer dan 2,5 m minder dan 1,0 m bedraagt, ten einde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen, met dien verstande dat:

  • a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. de goothoogte van (delen van) gebouwen minimaal 2m dient te bedragen;
6.4 Afwijking van de gebruiksregels
6.4.1 Aan huis gebonden beroepen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het in het eerste lid bepaalde, teneinde een deel van de woning te gebruiken voor een aan huisgebonden beroep, met dien verstande dat:

  • a. maximaal 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 50m², mag worden gebruikt ten behoeve van uitoefening van een aan huis gebonden beroep;
  • b. het uitoefenen van een beroep dient een ruimtelijke uitstraling te hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie. Het uitoefenen van een beroepsmatige activiteit mag derhalve geen onevenredige aantasting opleveren van het woon- en leefmilieu, het karakter van de buurt en van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de beroepsmatige activiteit niet vergunningsplichtig mag zijn ingevolge de Wet Milieubeheer. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders afwijken van deze eis indien de beroepsactiviteit niet van invloed is op de woonomgeving;
  • d. vestiging van een beroepsmatige activiteit mag niet leiden tot een onaanvaardbare aantrekking van verkeer en leiden tot parkeer overlast;
  • e. de beroepsmatige activiteit binnen de woonbestemming dient alleen verricht te worden door de gebruiker(s) van de eigenlijke woning;
  • f. geen detailhandel is toegestaan tenzij zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit van het aan huis gebonden beroep;
  • g. indien de beroepsmatige activiteit plaatsvindt in een garage dient er voor vervangende parkeergelegenheid op eigen erf gezorgd te worden.