direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Volkstuinen De Biezen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-O001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt het facetbestemmingsplan Volkstuinen De Biezen.

Een facetbestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van een bestaand bestemmingsplan. Het vigerende bestemmingsplan De Biezen wordt op enkele aspecten aangepast, voor het overige blijft het desbetreffende bestemmingsplan van kracht.

1.1 Plangebied

Het plangebied beperkt zich tot de percelen met volkstuinen die liggen binnen het gebied De Biezen. Dit gebied wordt aan de noordzijde begrensd door de spoorweg Haarlem-Beverwijk, aan de oostzijde door de N208, aan de zuidzijde door de Santpoortse Dreef en aan de westzijde door de Hagelingerweg. Het plangebied omvat 5 volkstuincomplexen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-O001_0001.png"

Afbeelding 1.1.1 Plangebied

1.2 Aanleiding

Medio 2016 is, na een inventarisatie, gestart met handhavend opgetreden tegen niet vergunde bouwwerken en situaties van het bestemmingplan op het Groenelaantje 6 te Santpoort. In het jaarprogramma Integraal Toezicht, Handhaving en Veiligheid is de handhaving van "De Biezen" als handhavingsproject opgenomen.

Op 9 oktober 2018 besloot het college om het hoger beroep door te zetten tegen twee uitspraken van de rechtbank van 24 juli 2018 met betrekking tot de handhaving. De handhaving betreft tot op heden uitsluitend Groenelaantje 6. Naar aanleiding van de ervaringen die het college hiermee heeft opgedaan is een uitgebreide ruimtelijk functionele en landschappelijke analyse gemaakt van de situatie. Hierbij is niet alleen gekeken naar het Groenelaantje 6, maar naar alle bebouwde volkstuincomplexen in het gebied 'de Biezen'.

Deze ‘analyse volkstuinen De Biezen’ (Bijlage 1 Analyse volkstuinen De Biezen) is op 5 februari 2019 door het College vastgesteld, waarbij de voorkeur is uitgesproken voor de aanpak om de bestemmingsplanregeling voor Biezenweg 83 ongewijzigd te laten en voor de overige complexen de voorkeur uit te spreken voor optie 2, met een maximale grootte voor dagverblijven van 25m2. Deze optie gaat uit van het vergroten van de maximale grootte van een dagverblijf van 16 m2 naar 25 m2. Verder wordt voorgesteld tot een maatwerkoplossing te komen voor het complex Groenelaantje 6. Op 14 maart 2019 is de analyse besproken in de gemeenteraad. De gemeenteraad deelde de voorkeur van het college en had nog enkele aanvullende wensen.

Naar aanleiding hiervan wordt de regeling voor de volkstuinen aangepast.

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan in het plangebied is bestemmingsplan De Biezen, IDN: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-R001, door de raad vastgesteld in 2013.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-O001_0002.png"

Afbeelding 1.3.1 Vigerend bestemmingsplan

Het bestemmingsplan Volkstuinen De Biezen vervangt enkele delen van het vigerende bestemmingsplan, voor het overige blijft het vigerende bestemmingsplan van kracht.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

In dit hoofdstuk wordt eerst een omschrijving gegeven van de huidige situatie binnen het plangebied en vervolgens puntsgewijs de ontwikkelingen die daarbinnen spelen.

2.1 Huidige situatie en regeling

Bestemmingsplan
De bouw- en gebruiksmogelijkheden van gronden worden bepaald door het bestemmingsplan. Sinds 1993 is in de opeenvolgende bestemmingsplannen voor het gebied De Biezen de volgende regeling van kracht:

- per tuin van minimaal 200 m2 mag maximaal 1 dagverblijf en 1 plantenkas worden opgericht;
- de maximale bouwhoogte van een dagverblijf of plantenkas is 3,5 m;
- de maximale goothoogte van een dagverblijf of plantenkas is 3,0 m;
- de maximum oppervlakte van een dagverblijf is 16,0 m2;
- de maximum oppervlakte van een plantenkas is 18,0 m2.

In het vigerende bestemmingsplan 'De Biezen', vastgesteld in 2013, is deze regeling opgenomen in de bestemming 'Recreatie-1'.

Uitzondering op het bovenstaande is de regeling voor het adres Biezenweg 83. Het betreft hier volkstuinen die onder een andere bestemming, 'Recreatie-2', vallen dan de overige complexen. Binnen de bestemming 'Recreatie-2' is de bouw van dagverblijven niet toegestaan, wel toegestaan zijn plantenkassen met een maximale oppervlakte van 18 m2.

Het bestemmingsplan kent verder een algemene afwijkingsbevoegdheid voor het College om per omgevingsvergunning maximaal 10% af te wijken van de in de regels genoemde maten en afmetingen. In de praktijk is hier al meerdere malen van gebruik gemaakt om bijvoorbeeld de bouw van een dagverblijf mogelijk te maken op een tuin van 180m2 (200m2 min 10%).

Analyse volkstuincomplexen
Hieronder wordt per complex de huidige situatie omschreven.

Biezenweg 83 (VTV IJmond)
De moestuintjes aan de Biezenweg 83 vallen onder de vereniging VTV IJmond. Het adres bestaat uit 19 deeladressen. Op het merendeel van de tuinen zijn ook kassen aanwezig. Hier zijn enkele niet vergunde situaties geconstateerd, maar het grootste deel voldoet aan de huidige regeling in het bestemmingsplan.

Groenelaantje 7 en 10 (VTV IJmond), Spekkenwegje 2 (ATV De Hofgeest)
Deze complexen zijn ruimtelijk goed vergelijkbaar waardoor deze als één geheel bekeken kunnen worden. De complexen zijn eigendom van de Gemeente Velsen. De gronden zijn verhuurd aan volkstuinverenigingen ATV De Hofgeest (Spekkenwegje 2) en VTV IJmond (Groenelaantje 7 en 10). Op de complexen van VTV IJmond zijn ca. 144 tuinen aanwezig. Het complex van ATV De Hofgeest kent ca. 130 tuinen.

Het gebruik is overal conform het bestemmingsplan (volkstuin). De gemiddelde oppervlakte per tuin ligt ruim boven de 200m2. De hoeveelheid aanwezige bebouwing overschrijdt regelmatig het toegelaten aantal vierkante meters. Op de complexen van VTV IJmond voldoen 85 dagverblijven niet aan het huidige bestemmingsplan. Het exacte aantal dagverblijven van het complex van ATV De Hofgeest dat niet voldoet aan het huidige bestemmingsplan is niet bekend, omdat de oppervlaktes van de dagverblijven (exclusief dakoverstek) op dit complex nog niet zijn ingemeten.

Luifels
Uit inventarisaties is gebleken dat op de complexen Groenelaantje 7, 10 en Spekkenwegje 2 in totaal bij 42 dagverblijven een dakoverstek, luifel of overkapping aanwezig is die de maximale toegelaten maatvoering (1m dakoverstek) overschrijdt. De omvang van deze overschrijdingen varieert. In de nieuwe regeling wordt een ruimere overschrijding voor dakoverstekken en luifels toegestaan, zie paragraaf 2.2.

Groenelaantje 6
Groenelaantje 6 is in ruimtelijk opzicht een geval apart. Het perceel is opgedeeld in 32 kadastrale percelen. Deze zijn particulier eigendom. Er zijn 14 verschillende grondeigenaren. Slechts 3 percelen zijn in eigendom verworven vóór 1993 (het jaar waarin de huidige bouw- en gebruiksregels voor het eerst zijn vastgesteld door de gemeenteraad). De eigendomssituatie is versnipperd, waarbij percelen niet overal op een logische wijze aan elkaar zijn verbonden. Zie onderstaande afbeelding.

2.2 Nieuwe situatie en regeling

De analyse met het voorkeursscenario, de opmerkingen van de gemeenteraad en de inspraak hebben geleid tot een nieuwe regeling.

Verruiming bouwmogelijkheden
Het uitgangspunt in de nieuwe regeling is een verruimde maximale oppervlakte voor dagverblijven (inclusief berging). Deze gaat van 16m2 naar 25m2. Uitgangspunt is dat een berging onderdeel is van het dagverblijf. In een beperkt aantal gevallen is er sprake van een losstaande berging separaat van het dagverblijf. Dit is toegestaan mits het dagverblijf en de berging aansluitend gesitueerd zijn en het geheel de maximale grootte van 25 m2 niet overschrijdt.

Met betrekking tot de luifels,dakoverstekken en overkappingen wordt toegestaan dat dit aan een zijde van het dagverblijf wordt gerealiseerd met een maximale breedte van 1,50 m. Dit is een verruiming ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan waarin een breedte van 1,0m geldt.

Hiermee zal een aanzienlijk deel van de dagverblijven die in de vorige situatie niet conform het bestemmingsplan waren, passend worden in de nieuwe regeling. Deze verruiming van de bouwmogelijkheden geldt voor alle complexen met uitzondering van het complex Biezenweg 83, waar geen dagverblijven zijn toegestaan. Op dit complex is wel een gebouw gezamenlijk voor gezamenlijk gebruik, ten behoeve hiervan is in het nieuwe bestemmingsplan een bouwvlak opgenomen.

Aanduiding tuinen en binnenplanse afwijkingsbevoegdheid
Voor Groenelaantje 6, dat als enig volkstuincomplex een versnipperde eigendomssituatie kent, wordt een maatwerkoplossing ingesteld. Deze oplossing is geënt op de kadastrale eigendomssituatie. Deze komt overeen met het huidige gebruik, aangezien de eigenaar van het perceel (of meerdere aangesloten kadastrale percelen) zelf ook de tuin als zodanig in gebruik heeft. Per perceel, gekoppeld aan de huidige kadastrale eigendomssituatie, is daarom de aanduiding 'tuin' opgenomen. Binnen deze aanduiding is maximaal 1 volkstuin of siertuin toegestaan, of combinatie van beide. In de begrippenlijst is het begrip 'tuin' nader gedefinieerd.

De maximale grootte van het dagverblijf blijft ook hier 25 m2 per tuin/eigendom. Aangezien de eigendommen sterk in grootte verschillen wordt de grootte van de berging gekoppeld aan de grootte van het eigendom. Zo wordt bij een tuin van 500 m2 een berging met een maximale grootte van 15 m2 toegestaan. De maximale grootte van dagverblijf en berging tezamen is 40 m2. Voor de bouw van dagverblijven en bergingen dient een afstand van minimaal 1m tot het naastgelegen perceel te worden aangehouden. Bergingen moeten losstaand worden gebouwd. Zo wordt voorkomen dat bebouwingsclusters ontstaan.

Ook wordt een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Met gebruikmaking van deze afwijkingsbevoegdheid kunnen percelen, mits wordt voldaan aan de bebouwingsregels, naderhand worden gesplitst of samengevoegd. Doordat hiervoor een omgevingsvergunning benodigd is, kan de gemeente hier op sturen. Wanneer het samenvoegen van twee percelen met daarop aanwezige bebouwing in de nieuwe situatie zou leiden tot een teveel aan bebouwing, kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning voor het samenvoegen weigeren. Omgekeerd kan bij het afsplitsen van een perceel langs deze weg een nieuw dagverblijf worden gerealiseerd, mits voldaan wordt aan de bebouwingsregels.

De individuele tuinen op de overige volkstuincomplexen zijn niet in particulier eigendom, maar betreffen percelen die gehuurd worden van een volkstuinvereniging. De verenigingen bepalen hoe de percelen verdeeld zijn en er is een verenigingsbestuur dat hier op toeziet. Dit maakt dat de situatie op deze, georganiseerde, complexen een wezenlijk andere situatie is, waarbij het niet nodig is dat de gemeente door middel van het bestemmingsplan en omgevingsvergunningen greep houdt op de verdeling van de percelen.

Bebouwingsstroken
Om de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit op Groenelaantje 6 te waarborgen zijn op de verbeelding een viertal bebouwingsstroken opgenomen waarbinnen dagverblijven (en bij zeer grote tuinen ook een losstaande berging) mogen worden opgericht. Het doel hiervan is ook op termijn de openheid en toegankelijkheid van het complex te behouden. Tevens is aan de zijde van het Groenelaantje een bebouwingsvrije zone opgenomen van 7 m. Dit is de afstand van bebouwing tot het wegprofiel die ook bij de andere complexen gehanteerd wordt.

Overgangsrechtregeling voor specifieke situaties
Ten behoeve van enkele bestaande planologisch strijdige situaties, waar de gebruiker van het perceel door verjaring rechten heeft verworven, zijn overgangsrechtregelingen opgenomen.

Hoofdstuk 3 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het
Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Dit bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de planregels en verbeelding van het bestemmingsplan De Biezen, echter hiermee wordt niet een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.

Via dit bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De
kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Velsen. Gezien het bovenstaande is de economische
uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd.

Hoofdstuk 4 Inspraak en vooroverleg

Omdat het plan slechts gaat om een herziening van geringe omvang en in planologisch opzicht van ondergeschikt belang is (er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt), is er geen wettelijk vooroverleg op grond van artikel 3.1.1. Bro benodigd.

De analyse is voorgelegd aan en besproken met de besturen van de volkstuinverenigingen en de eigenaren van de percelen aan Groenelaantje 6. De bestemmingsplanregeling is gebaseerd op deze analyse.