direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Curacaostraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001

Toelichting

De toelichting dient een duidelijk beeld van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten te geven. Met name een goede afstemming tussen de toelichting en de beide juridische onderdelen van het bestemmingsplan is van groot belang. De plantoelichting geeft een toelichting op het bestemmingsplan, maar maakt geen deel uit van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor de bestemmingsplan herziening en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Dit wordt geïllustreerd door middel van het opnemen van een kaartfragment, waaruit de ligging van het plangebied blijkt. Verder wordt een opsomming van de vigerende bestemmingsplannen gegeven, die met het nieuwe worden herzien.

1.1 Aanleiding

Per 1 juli 2013 vervallen de officiële statussen van alle Uitbreidingsplannen. Deze werden tijdens de wederopbouw van Nederland na de oorlog gemaakt. Het Uitbreidingsplan in Onderdelen Santpoort-Noord dateert uit 1963. Deze is slechts nog op één plek vigerend. Dat is ter hoogte van de Curaçaostraat in Santpoort-Noord. In dit deel van de straat staan 12 garageboxen en één grotere opslagloods.

Ter voorbereiding op dit bestemmingsplan is een startdocument opgesteld. Deze is door het college vastgesteld en ter consultatie voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit startdocument dient als basis voor het bestemmingsplan.

Voorafgaand aan de concrete onderbouwing van de keuzes die in het bestemmingsplan Curacaostraat zijn gemaakt, wordt stilgestaan bij de juridische plan opzet en de opmaak van de verbeelding van de kaart. Bij het toekennen van bestemmingen aan functies in het plangebied is uitgegaan van de volgende uitgangspunten en overwegingen:

  • Regels mogen slechts worden voorgeschreven in verband met de bestemming en als dat uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig is.
  • Regels dienen niet meer te regelen dan, in verband met de bestemming, strikt noodzakelijk is.
  • Gebodsregels zijn niet geoorloofd; dit heeft te maken met de toelatingsplanologie die het Nederlandse stelsel kenmerkt.
  • De bestemmingen dienen zodanig te worden geprojecteerd dat duidelijk is waar kan worden gebouwd en welk gebruik hierbij is toegestaan.
  • Verbeelding van de kaart, verklaring en regels vormen in juridisch opzicht een eenheid en dienen als zodanig te worden gehanteerd.
  • Het bestemmingsplan dient vergezeld te gaan van een toelichting, welke een onderbouwing geeft aan het bestemmingsplan in zijn geheel; hierin dienen zowel de intenties van het plan als de uitleg van de regels te zijn opgenomen.
  • Het bestemmingsplan is overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP2012) opgesteld.

Om het plan zo globaal en flexibel mogelijk op te stellen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • Regels mogen slechts worden voorgeschreven in verband met de bestemming en als dat uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig is.
  • Regels dienen niet meer te regelen dan, in verband met de bestemming, strikt noodzakelijk is.

Gebodsregels zijn niet geoorloofd anders dan in dubbelbestemmingen; dit heeft te maken met de toelatingsplanologie die het Nederlandse stelsel kenmerkt.

1.2 Plangebied

Het plangebied bevat het zuidelijk deel van de Curaçaostraat te Santpoort-Noord zoals aangegeven op afbeelding 1.2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001_0001.jpg"
Afbeelding 1.2.1 Plangebied

1.3 Doel

Het doel van het nieuwe bestemmingsplan is een actueel planologisch kader op te stellen waarbinnen de garageboxen positief worden bestemd.

1.4 Vigerend bestemmingsplan

Het Uitbreidingsplan in Onderdelen Santpoort-Noord is voor het plangebied van dit bestemmingsplan vigerend. Deze is op 13 maart 1963 vastgesteld. In dit uitbreidingsplan zijn deze percelen bestemd voor 'kleine bedrijven'. In deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen zodat het college bevoegd is om eventueel dienstwoningen toe te staan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001_0002.jpg"

Afbeelding 1.4.1 Vigerende bestemmingsplannen

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Er is geen landelijk, provinciaal of gemeentelijk beleid dat van invloed is op de inrichting van dit bestemmingsplan. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De omvang van het plangebied is dermate klein dat geen enkel beleid relevant is voor dit gebied.

2.1 Verdrag van Malta

Op basis van diverse Europese, rijks- en provinciale beleidsregels, met name het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta, bij wet 26 februari 1998) is onder andere bepaald dat het archeologisch belang wordt meegewogen bij de besluitvorming rond ruimtelijke ordeningsaspecten. Een belangrijk punt in het verdrag van Malta is dat vooraf aan iedere ingreep in het bodemarchief (door nieuwbouw, wegenaanleg etc.) archeologisch onderzoek plaats moet vinden. Daarmee kan worden bepaald hoe eventueel aangetroffen archeologische waarden in de plannen kunnen worden ingepast. Mocht dit niet kunnen en is een opgraving onvermijdelijk geworden om de archeologische informatie veilig te stellen, dan dienen de kosten daarvan in het ontwikkelingsproces meegenomen te worden.

Het Verdrag van Malta is provinciaal verwerkt in de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie van de Provincie Noord-Holland. Het plangebied is voor een deel aangegeven als een gebied met 'Archeologische verwachtingen'. Ook in de gemeentelijke Concept archeologische waardenkaart wordt dit gebied aangeduid met 'archeologische waarden verwacht'. De verbeelding wordt hier op aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001_0003.jpg"
Afbeelding 2.11 Waardenkaart

Voor ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld nieuwbouw passend in het bestemmingsplan, zal eventueel in het kader van de omgevingsvergunning archeologisch onderzoek moeten worden verricht.

Hoofdstuk 3 Waterparagraaf

Op grond van het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) dient in de toelichting afzonderlijk te worden aangegeven welke de gevolgen voor het plan zijn voor de waterhuishouding.

In het rapport van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw is geconcludeerd dat Nederland zijn waterhuishouding niet op orde heeft. Water dient in de toekomst een mede-ordend principe te worden. In het bestemmingsplan dient daarom aandacht besteed te worden aan water. Recent is er een Nationaal waterakkoord gesloten tussen het Rijk, gemeenten, waterschappen en provincies, waarin opgenomen is hoe de partijen met water wensen om te gaan. De opgave is te zorgen voor veiligheid en te beschikken over voldoende mogelijkheden voor waterberging ter voorkoming van waterlast, watertekort en het verslechteren van de waterkwaliteit. De watertoets is ingevoerd om te kijken in

hoeverre hier aan voldaan wordt. Een watertoets is voor dit plangebied niet noodzakelijk omdat er geen wijzigingen optreden die mogelijk van invloed zijn op de waterhuishouding.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Inleiding

Het plangebied bestaat uit 12 garageboxen en één grotere opslagloods en is gelegen in de kern Santpoort-Noord. Aan de andere kant van de straat van de garageboxen zijn enkele bedrijven gelegen. Deze hebben hun achterkant richting de garageboxen. De percelen zijn van verschillende eigenaren. Het achtererf behoort bij een van de woningen aan de Overbildtweg. De meeste garageboxen zijn in eigendom van een ander persoon. Verder zijn er nog enkele particuliere eigenaren die ieder één garagebox in bezit hebben. De grotere opslagloods is van weer een andere particulier.

4.2 Initiatief

In het verleden is gesproken om hier mogelijk woningbouw te realiseren. Het gaat hierbij echter alleen om dienstwoningen. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid was dit sinds 1963 mogelijk. Van deze mogelijkheid is in deze 50 jaar nooit gebruik gemaakt. Woningbouw wordt op deze locatie niet langer wenselijk geacht. Het betreft een achterkantsituatie met bijbehorend laden en lossen die niet goed te combineren valt met woonbebouwing. Aangezien het nu alleen de garageboxen betreft en er vanwege de verschillende eigendomsituaties weinig zicht is op verdere aanpassing van het gebied blijft er sprake van een onsamenhangende situatie indien er woonbebouwing wordt toegevoegd. Er ontstaat geen mogelijke planschade omdat het voor de eigenaren voorzienbaar was dat deze wijzigingsbevoegdheid zou komen te vervallen en omdat het oprichten van dienstwoningen praktisch niet uitvoerbaar was.

4.3 Uitspraak Raad van State

In 1998 is een bestemmingsplan voor de gehele bebouwde kom van Santpoort-Noord opgesteld. Ook dit deel van de Curaçaostraat maakte hier onderdeel van uit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001_0004.jpg"

Afbeelding 4.3.1 Uitsnede bestemmingsplan Santpoort-Noord

Het gaat hier om het rood omlijnde deel. Dit is een fragment van het bestemmingsplan Santpoort-Noord uit 1998. De Raad van State heeft dit deel van het bestemmingsplan vernietigd waardoor er dan automatisch terug gevallen wordt op het vorige vigerende bestemmingsplan, te weten het Uitbreidingsplan in Onderdelen Santpoort-Noord.

De Raad van State heeft goedkeuring onthouden aan dit deel van het bestemmingsplan omdat de bedrijfsbestemming met erf niet invulbaar en realiseerbaar was. Om deze reden krijgt dit achterperceel in dit bestemmingsplan de bestemming tuin. Deze is invulbaar en ook als zodoende nu in gebruik.

Hoofdstuk 5 Juridisch bestuurlijke aspecten

5.1 Inleidende bepalingen

Wijze van meten

In de regels en op de verbeelding kunnen goot- en/of bouwhoogtes zijn opgenomen. Indien er alleen sprake is van een bouwhoogte, dan mag de maximale bouwhoogte niet meer bedragen dan op de verbeelding of in de regels staat opgenomen. Er kan hierbij zowel sprake zijn van een platte afdekking als van een andere kapvorm mits de kap niet hoger is dan de aangegeven maximale bouwhoogte.

Indien de maximale bouwhoogte in combinatie met de goothoogte wordt gehanteerd is de maximale bouwhoogte te beschouwen als de nokhoogte. Er is in dat geval afdekking toegestaan middels een plat dak of een kap. De kap bestaat uit hellende dakvlakken, waarbij de goot niet hoger is dan de maximale goothoogte. Een dakvlak zal hierbij in zijn geheel onder dezelfde hellingshoek vallen. De beide dakvlakken treffen elkaar in de nok, welke maximaal op de maximaal toegestane bouwhoogte is gelegen. Er dient dus sprake te zijn van een daadwerkelijke nok met evenwijdige dakvlakken.

Er kan ook sprake zijn van een platte afdekking, maar dan is er sprake van een boeibordhoogte. Deze platte afdekking mag dan niet hoger zijn dan de maximaal toegelaten goothoogte.

Indien in de regels een goothoogte en bouwhoogte is opgenomen maar op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is opgenomen, dan gelden de op de verbeelding opgenomen hoogtes. Indien in de regels een goot en bouwhoogte is opgenomen maar op de verbeelding alleen een bouwhoogte, en geen goothoogte, is opgenomen dan is er sprake van alleen een bouwhoogte.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1502CURACAOSTRA1-R001_0005.jpg"

5.2 Algemene bepalingen

Het bestemmingsplan Curacaostraat is gemaakt op grond van het in de Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening bepaalde. Deze wet is dan ook van toepassing op handhaving en toezicht op de uitvoering van dit bestemmingsplan evenals de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht met bijbehorende besluiten en ministeriële regelingen.

5.3 Handhaving

Een overtreding als bedoeld in Algemene gebruiksregels van de regels is een strafbaar feit zoals is ondergebracht in de wet op de economische delicten. Het relevante artikel (1a) van deze wet luidt:

"Economische delicten zijn eveneens overtredingen van regels gesteld bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening, de artikelen 3.1, eerste lid, en 3.3 – voor zover aangeduid als strafbare feiten – alsmede de artikelen 3.7, derde en vierde lid, 3.17, tweede lid, 3.22, vierde lid, 3.26, eerste en tweede lid, juncto de artikelen 3.1, 3.3 of 3.7, artikel 3.28, eerste en tweede lid, juncto de artikelen 3.1, 3.3 of 3.7, 3.38, 4.1, derde lid, – voor zover aangeduid als strafbare feiten – , 4.1, vijfde lid, juncto artikel 3.7, derde en vierde lid, of artikel 3.17, tweede lid, 4.3, derde lid, – voor zover aangeduid als strafbare feiten – , 4.3, vierde lid, juncto artikel 3.7, derde en vierde lid, of artikel 3.17, tweede lid, 6.12, zesde lid, 6.13, tweede lid, onder c en d, en 7.10;

5.4 Algemene bepalingen

Het bestemmingsplan Curacaostraat is gemaakt op grond van het in de Wet ruimtelijke ordening bepaalde. Deze wet bepaalt samen met de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) het kader voor het kunnen bouwen en gebruiken van gronden en van toepassing op handhaving en toezicht op de uitvoering van dit bestemmingsplan. Het hieronder beschreven overzicht van relevante wetgeving was geldend ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan. Let op, dit zijn geen integraal overgenomen wetteksten:

Wabo artikel 2.1 lid 1.

Hierin staat dat het verboden is zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:

  • a. het bouwen van een bouwwerk,
  • b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald,
  • c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet

Wabo artikel 2.10

Dit artikel zegt dat een omgevingsvergunning alleen kan worden geweigerd als de aanvraag niet voldoet aan hetgeen gesteld in:

  • a. bouwbesluit
  • b. bouwverordening
  • c. bestemmingsplan, beheersverordening of exploitatieplan
  • d. welstandsnota
  • e. advies van de commissie voor de tunnelveiligheid

Wro artikel 7.2

Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met:

a. een voorbereidingsbesluit of een verklaring als bedoeld in artikel 4.1, vijfde lid, of 4.3, vierde lid, voor zover hierbij toepassing is gegeven aan artikelen 3.7, vierde lid, maar geen toepassing is gegeven aan de tweede volzin van het lid;

b. regels die zijn gesteld krachtens deze wet voor zover de overtreding daarvan is aangemaakt als strafbaar feit en voor zover daarop artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht niet van toepassing is.

Dit strafbaar feit heeft zijn grondslag in de wet op de economische delicten waarin tevens de straffen en maatregelen zijn opgenomen.

De volledige teksten van de relevante artikelen zijn opgenomen in de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan legt de huidige situatie vast. De economische uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.

Hoofdstuk 7 Inspraak en vooroverleg

Over het voorontwerp van dit bestemmingsplan is, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid tot Inspraak geboden. Tijdens de ter inzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan was er 1 reactie naar voren gebracht. Naar aanleiding van deze reactie is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' nader beschreven in de toelichting. Bij de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan was geen zienswijze ingediend.