Gymzaal Santpoort-Zuid

4.4 Waterhuishouding

Waterbeheer en watertoets

Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Waterschap nader wordt behandeld. De overige nota's hebben een dermate hoog abstractieniveau dat relevantie voor het plangebied ontbreekt.

Europa:

• Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

• Nationale Waterplan (NW);
• Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21);
• Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
• Waterwet.

Provinciaal

• Provinciaal Waterplan 2010-2015.

Waterschapsbeleid

Bij het opstellen van het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP4) heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland erop ingezet eerst ver vooruit te blikken, en vanuit dat perspectief terug te redeneren naar wat Rijnland met zijn partners écht moet gaan oppakken in de planperiode 2010-2015 om te voldoen aan de wettelijke taken en ambities. Waar in het vorige waterbeheerplan veel aandacht gericht was op planvorming, richt het WBP4 zich vooral op uitvoering. Met dit waterbeheerplan wil Rijnland invulling geven aan de opgaven vanuit de KRW, vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel) en vanuit actuele Peilbesluiten. Daarnaast spelen belangrijke zaken als 'het op orde hebben' van de keringen, renovatie van boezem- en poldergemalen en het uitvoeren van het reguliere baggerprogramma voor polder en boezem.

Huidige situatie

Het plangebied is gelegen aan de Van Dalenlaan in de kern Santpoort-zuid, gemeente Velsen. Het plangebied bestaat uit het Oranjeveld (groen en water) en een deel van de Bloemendaalse-straatweg.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit zand. Er is sprake van grondwatertrap III, wat neerkomt op een gemiddeld hoogste grondwaterstand die varieert tussen de 0,25 m en 0,4 m onder het maaiveld, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m onder het maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa NAP +0,65 m.

Tot 2002 werd in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland grondwater onttrokken voor de drinkwaterbereiding. De stopzetting zou zonder het nemen van compenserende maatregelen in bebouwd gebied leiden tot grondwateroverlast in delen van Santpoort-Zuid. In 1997 is daarom een grondwaterbeheersysteem aangebracht waarmee het grondwaterpeil gereguleerd wordt op een niveau van circa 1 m minus maaiveld. In het Oranjeveldje bevindt zich een deepwellpomp, die onderdeel uitmaakt van dit grondwaterbeheersysteem.

Waterkwantiteit/-kwaliteit

Binnen het plangebied bevindt zich een opzichzelfstaande sloot. Vanwege het gebrek aan doorstroming kampt de sloot met veel algengroei.

Veiligheid en waterkeringen

In het plangebied is geen primaire of regionale waterkering aanwezig.

Afvalwater en riolering

De omliggende bebouwing is momenteel aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioleringsstelsel. In 2011 wordt in de Bloemendaalsestraatweg een gescheiden systeem aangelegd. Hiermee zal in de planvorming rekening moeten worden gehouden.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van een gymzaal met een oppervlakte van circa 500 m2 mogelijk ter plaatse van het Oranjeveld, hiervoor wordt een gedeelte van het oppervlaktewater gedempt. Voor het overige worden ter plaatse geen ontwikkelingen opgenomen.

Waterkwantiteit

Omdat het verhard oppervlak met circa 500 m2 toeneemt, dient er volgens het beleid van het hoogheemraadschap in principe 15% van het aantal m2 verhard oppervlak gecompenseerd te worden in de vorm van oppervlaktewater. Het realiseren van 75 m2 oppervlakte binnen het plangebied is vanwege de beperkte omvang niet mogelijk.

Het gedeelte van het huidige oppervlaktewater dat gedempt wordt ten behoeve van de bouw van de gymzaal dient volgens het principe 'dempen=graven' van het Hoogheemraadschap volledig (zowel in oppervlakte als in inhoud) teruggegraven te worden.

Om een zo goed mogelijke waterhuishouding te bewerkstelligen wordt voorgesteld om de watergang ten westen van de nieuwbouw te verbreden en in zuidelijke richting uit te breiden en aan te sluiten op het watersysteem ten zuiden van de Bloemendaalsestraatweg. Tevens wordt aangeraden de watergang ten oosten van de nieuwbouw te verbreden en indien mogelijk ook aan te sluiten op het zuidelijker gelegen watersysteem. Deze maatregelen dragen bij aan extra waterberging, betere afwatering en een betere doorstroming. Dat laatste zal de kwaliteit van het water ten goede komen.

Waterkwaliteit

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK-houdende bouwmaterialen.

Veiligheid en waterkeringen

De in dit bestemmingsplan beschreven ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving.

Afvalwater en riolering

Conform de Leidraad Riolering West-Nederland en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Schoon hemelwater kan afgekoppeld worden op het oppervlaktewatersysteem.

Beheer en onderhoud

Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het Hoogheemraadschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het Hoogheemraadschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Conclusie

Met in acht name van het bovenstaande, hebben de ontwikkelingen geen negatieve effecten op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.