direct naar inhoud van Artikel 15 Waterstaat - Tunnel
Plan: Zuiderscheg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.Bp1200ZUIDERSCHEG1-I001

Artikel 15 Waterstaat - Tunnel

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Tunnel aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming (primaire bestemming), mede bestemd voor ondergrondse tunnels en bouwwerken en gebouwen ten behoeve van het wegverkeer.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Afwijking

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

15.2.2 Bouwen van gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de bestemming, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte dragen.
15.2.3 Bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,0 m bedragen.

15.3 Ontheffing van de bouwregels
15.3.1 Toestaan van bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de tunnel, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 15.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende tunnelbeheerder;
  • b. het bepaalde in artikel 15.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende tunnelbeheerder.
15.4 Aanlegvergunning
15.4.1 Verboden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), ter plaatse van de in artikel 15.1 bedoelde gronden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • b. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem tot een grotere diepte dan 0,5 m.
15.4.2 Niet van toepassing

Het verbod in artikel 15.4.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden, vallend onder normaal onderhoud en gebruik, waaronder normaal spit- en ploegwerk anders dan diepploegen en voor zover de belangen in verband met de tunnel hierdoor niet worden geschaad of waarvoor op het tijdstip waarop het plandeel rechtskracht verkrijgt vergunning is verleend.

15.4.3 Adviesprocedure voor bouw- en aanlegvergunningen

Alvorens omtrent het verlenen van de vergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken tunnelbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de tunnel niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

15.4.4 Uitzonderingen

Indien op basis van artikel 15.3 een bouwvergunning is verleend, behoeft voor daaruit voortvloeiende werken of werkzaamheden op de desbetreffende gronden geen aanlegvergunning te worden aangevraagd.