direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Zuiderscheg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.Bp1200ZUIDERSCHEG1-I001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Bedrijfsactiviteiten welke zijn opgenomen in de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, tot en met de op de verbeelding aangegeven maximale categorie, dit met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en Bevi- inrichtingen;
  • b. een aardgas tankstation ten behoeve van motorvoertuigen;

ter plaatse van de aanduiding:

  • c. waterzuiveringsinstallatie, is tevens een rioolwaterzuiveringinstallatie toegestaan, voor zover voorkomend in ten hoogste categorie 4.2 en overeenkomstig SBI-code 9001 A2, welke is opgenomen in de bij de regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. antennemast, is een antennemast toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • e. verkeersvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen:
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

3.2.1 Bouwen van gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte dragen;
  • c. een bouwperceel mag volledig bebouwd worden tenzij anders op de verbeelding middels een bebouwingspercentage is aangegeven.
3.2.2 Bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6,0 m bedragen
  • c. ter plaatse van de aanduiding antennemast, mag een antennemast worden opgericht met een maximum bouwhoogte van 37,0 m.
3.3 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.1, onder a:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in artikel 3.1 opgenomen, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze) geacht kan worden te behoren tot de in artikel 3.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren in de in artikel 3.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met inachtneming van het volgende:

  • c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.