Plan: | Structuurvisie Velsen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.SVVELSEN1-R002 |
De structuurvisie Velsen is de integrale visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling
van de gemeente. De structuurvisie moet niet worden gezien als een blauwdruk voor de toekomst, maar als een kompas waarmee de gemeente de koers bepaalt. De structuurvisie zet de stip op de horizon in 2040, toont de ruimtelijke visie tot 2025 en laat de uitvoering zien in een uitvoeringsprogramma. Een uitvoeringsprogramma in een structuurvisie - met een goede omschrijving van de projecten en hun onderlinge relatie - maakt kostenverhaal mogelijk: het wettelijk systeem waarmee de gemeente kosten op een initiatiefnemer kan verhalen. De structuurvisie vormt bovendien de aanzet voor een actieplan en de onderlegger voor bestemmingsplannen. Gemeenten zijn volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wettelijk verplicht een structuurvisie te maken, al zijn structuurvisies vorm- en procedurevrij. Wel moet de structuurvisie digitaal raadpleegbaar zijn.
De gemeente maakt de structuurvisie om de ‘lange lijnen’ van het beleid in beeld te krijgen die voorbij de collegeperiode gaan en dus ook het collegebeleid overstijgen. Daartoe spreekt de structuurvisie zich uit over de (gewenste) kernkwaliteiten van de gemeente. Het gaat daarbij vooral om die kwaliteiten die van ‘metropolitaan’ niveau zijn en dus ook iets toevoegen aan de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Daar is de gemeente extra trots op. Het is belangrijk om de verschillende kwaliteiten aan elkaar te koppelen door goede verbindingen. De structuurvisie legt ook de verbinding met de regio, met mensen en met verleden en toekomst.
Verder is de structuurvisie Velsen de ruimtelijke vertaling van een groot aantal reeds vastgestelde regionale en gemeentelijke documenten die de kaders vormen voor deze structuurvisie, zoals de ‘Visie Noordzeekanaalgebied 2040’, ‘
Visie op Velsen 2025’ en de ‘Strategische Agenda’. Hiermee bepaalt de gemeente ook haar positie in de regio en kan de gemeente haar visie hierop regionaal uitdragen. Ook biedt de structuurvisie helderheid naar burgers over het beleid en de manier van uitvoeren ervan (waaronder het kostenverhaal). Overigens is de structuurvisie niet alleen een toetssteen, maar vooral ook een inspiratiebron om (particuliere) initiatiefnemers te inspireren met nieuwe ontwikkelingen te komen die bijdragen aan het realiseren van de visie. Daarmee geeft de structuurvisie invulling aan de regisseursrol van de gemeente.
Momenteel is de Omgevingswet in voorbereiding die naar verwachting in 2018 in werking treedt. Deze wet, die vele wetten over de leefomgeving vervangt, moet meer snelheid, flexibiliteit en samenhang brengen. In deze wet zal de structuurvisie vervangen worden door de omgevingsvisie, waarin ook het beleid voor water, milieu, verkeer en vervoer en dergelijke wordt opgenomen. Met deze structuurvisie wordt hierop al zoveel mogelijk geanticipeerd. In die zin kan worden gesteld dat de structuurvisie Velsen 'Omgevingswetproof' is.
Voor een integrale en breed gedragen visie is participatie door en communicatie met bevolking en belangenorganisaties essentieel. Omdat er in het kader van de Visie op Velsen 2025 reeds uitgebreid gesproken is met bevolking en belanghebbenden, is op basis van de Visie op Velsen eerst een concept- structuurvisie opgesteld. Deze conceptvisie is een integraal product, dat in nauw overleg met de raad is opgesteld. Vervolgens is in het voorjaar van 2015 breed gesproken over de conceptvisie met burgers en belanghebbende partijen:
De participatie heeft geleid tot concrete voorstellen voor aanpassingen van de (ontwerp)structuurvisie. In voorliggend document zijn de opmerkingen die vaak terugkwamen verwerkt, voor zover ze aansluiten bij het abstractieniveau van de structuurvisie als 'stip op de horizon'. Tijdens de inspraakprocedure krijgen alle burgers de mogelijkheid formeel een reactie te geven op de ontwerpstructuurvisie.
Ook na vaststelling van de visie wil de gemeente in contact blijven met burgers en belanghebbende partijen om de visie verder uit te werken. De gemeente staat open voor ontwikkelingen die bijdragen aan de realisatie van de visie en nodigt iedereen uit te komen met initiatieven.
Onderdeel van meerdere verbanden
Velsen is onderdeel van een groter verband. Velsen ligt in een metropolitaan landschap met grote economische potenties. In de diverse samenwerkingsverbanden stemt Velsen haar beleid af met andere overheden om de (internationale) concurrentiepositie te behouden en te versterken.
Van groot naar klein
De Randstad, het sterkst verstedelijkte gebied van Nederland, is sterk verknoopt met de andere verstedelijkte gebieden in Noordwest-Europa. Londen en Parijs zijn georganiseerd rondom één centrale stad. Daarentegen zijn het Ruhrgebied en de Vlaamse Ruit samengestelde netwerkmetropolen, waarin 'zwermen' van verschillende identiteiten elkaar aanvullen (en dus complementair zijn aan elkaar). De Randstad is het sterkst verwant aan de laatstgenoemde gebieden.
MRA in de Noordvleugel
De Noordvleugel is binnen de Randstad economisch een sterk deel. Binnen de Noordvleugel is de MRA weer het kloppend hart. Velsen ligt in de centrale as van deze regio, namelijk het Noordzeekanaalgebied (NZKG). Tegelijkertijd maakt Velsen deel uit van de regio IJmond. Verder heeft Velsen een sterke relatie met de regio Zuid-Kennemerland, bijvoorbeeld op het gebied van wonen. Velsen vormt zo binnen de MRA het scharnierpunt tussen het NZKG, de IJmond en Zuid-Kennemerland.
MRA
De MRA is het informele samenwerkingsverband van 36 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de stadsregio Amsterdam. Het metropoolgebied omvat het grondgebied van het noordelijk deel van de Randstad: de MRA strekt zich uit van IJmuiden tot Lelystad en van Purmerend tot de Haarlemmermeer. Onder de metropoolvlag werken de partners vanuit een gedeelde visie aan een krachtige en innovatieve economie, snellere verbindingen en voldoende en aantrekkelijke ruimte voor wonen, werken en recreëren. Zo is een ontwikkelingsbeeld opgesteld waarin de ruimtelijke contouren voor het gebied zijn geschetst. In het gehele gebied ligt tot 2040 een woningopgave van 300.000 woningen, waarvan circa 30.000 in het NZKG. Deze opgave, tezamen met de opgaven op het gebied van de thema's economie, landschap en bereikbaarheid, zijn verder uit gewerkt in de Visie Noordzeekanaalgebied 2040. De bundeling van krachten zorgt voor betere afstemming en snellere besluitvorming en een krachtiger stem richting 'Den Haag'. De MRA behoort tot de Europese top vijf van economisch sterke regio's. De luchthaven Schiphol en de zeehaven dragen hieraan sterk bij omdat de aanwezigheid van deze voorzieningen een vestigingsvoorwaarde is voor veel bedrijven. Rode draad van de samenwerking is het behouden en versterken van die internationale concurrentiepositie.
NZKG
Binnen de MRA is het NZKG als één van de gebieden benoemd waarvoor het MRA-beleid verder moet worden uitgewerkt. Daartoe is de Visie Noordzeekanaalgebied 2040 opgesteld door vijf gemeenten en de provincie. Ook het Rijk heeft zich aan de visie gecommitteerd. In de visie is de stedelijke ontwikkeling in dit gebied sterk opgehangen aan het Noordzeekanaal zelf.
IJmond
Velsen maakt ook deel uit van de IJmond. Dit is een samenwerkingsregio waarin ook de gemeenten Beverwijk en Heemskerk participeren. De naam IJmond is ontstaan uit het feit dat de samenwerkende gemeenten aan beide kanten van het 'Oer- IJ' liggen. De gemeenten werken op diverse fronten samen.
De 'MRA-agenda van de IJmond' geeft een beeld van de sterke kanten van de IJmond en van de speerpunten waarop de regio de komende jaren inzet. In de MRA-agenda staat de identiteit van de IJmond in de MRA beschreven: 'De IJmond is een zeer aantrekkelijke authentieke kustregio binnen de MRA voor wonen, werken en recreëren die meer bekendheid verdient.' Belangrijke speerpunten in de agenda zijn:
Kortom, de IJmond is de regio waar ruimte is voor een aangename mix van wonen, werken en recreëren.
Bijzondere positie
Velsen is door de strategische ligging en meerdere samenwerkingsverbanden verknoopt met een zeer sterke regio. Binnen de MRA neemt Velsen een bijzondere positie in. Dit geldt zeker voor IJmuiden dat, met de zeesluis in het Noordzeekanaal, de poort van Amsterdam vormt. Bovendien voegt Velsen unieke functies en kwaliteiten toe aan de MRA (zie paragraaf 3.4.). De regionale opgaven en ambities, die mede hierop zijn gebaseerd, volgen uit de regionale beleidsstukken zoals de 'Visie Noordzeekanaalgebied 2040', de 'Visie groengebied Amsterdam-Haarlem', de 'Regionale mobiliteitsvisie IJmond', de 'MRA-agenda van de IJmond', de 'Visie MRA West' en de 'Intergemeentelijke Structuurscan Zuid-Kennemerland'.
Kortom, de IJmond is de regio waar ruimte is voor een aangename mix van wonen, werken en recreëren
Zowel natuurlijke processen als de mens hebben grote invloed gehad op de ontstaansgeschiedenis van de huidige gemeente Velsen. Er kunnen drie landschappelijke hoofdstructuren worden onderscheiden:
Landschappelijke laag: noord - zuid
Het Noordzeekanaal: oost - west
Omdat het grondgebied van de huidige gemeente Velsen tot in de 19e eeuw lag ingeklemd tussen de zee in het westen en het Wijkermeer in het oosten, waren de verbindingen (in elk geval die over land) sterk noord-zuidgericht. Die noord-zuid oriëntatie is nog altijd zeer herkenbaar en afleesbaar, vooral in de binnenduinrand.
Vroege bewoning
Historische kaart met huidige gemeentegrens
De rijke historie van de occupatie (bewoning of verstedelijking) van Velsen gaat ver terug in de geschiedenis. Velsen is namelijk één van de oudste nederzettingen van Nederland. Al in de vroege bronstijd was hier bewoning in het lagunegebied, gevormd door strandwallen en strandmeren. Meer dan 2.000 jaar geleden (omstreeks het jaar 14) bouwden de Romeinen bij Velsen een versterkte haven. Het fort werd speciaal op deze strategische plek gebouwd, omdat hier een kruising van landwegen was en omdat de Romeinen zo naar Trajectum (Utrecht) konden varen. Later zijn in de binnenduinrand nederzettingen als Driehuis en Santpoort en diverse landgoederen ontstaan. De historische kern Velsen-Zuid is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.
Noordzeekanaal
Van oudsher vormde de binnenduinrand de zone waarin gewoond werd, onder meer op de hier gelegen landgoederen, traditioneel op de overgang van hoog naar laag. Het occupatiepatroon ligt nu echter voor een groot deel haaks op die landschappelijke laag, oost-west dus, omdat dit patroon is gekoppeld aan het Noordzeekanaal. Langs dit kanaal zijn havens, industriegebieden, woongebieden en recreatieve zones ontstaan. Het ontstaan van IJmuiden - op de plek van Oud-IJmuiden - is zelfs direct het gevolg van de aanleg van het Noordzeekanaal, dat in 1876 in gebruik is genomen. Ook de zeesluis en de havens van IJmuiden zijn gekoppeld aan het Noordzeekanaal. Verder hangt het ontstaan van de Hoogovens, het huidige Tata Steel, nauw samen met het kanaal. Dit fabriekscomplex, dat deels ook in de gemeenten Beverwijk en Heemskerk ligt, is zeer omvangrijk en beeldbepalend. Omdat het oostelijke deel van IJmuiden ernstig was beschadigd in de Tweede Wereldoorlog, is in de jaren vijftig een wederopbouwplan van architect Dudok uitgevoerd met het gemeentehuis en de Lange Nieuwstraat als meest kenmerkende elementen.
Tata Steel (voormalige Hoogovens)
Velsen is door de loop van de geschiedenis - vanaf de Steentijd, de Romeinse tijd en veel later de aanleg van het Noordzeekanaal tot in het heden - een gemeente geworden met verschillende gezichten en identiteiten: grootschalige industrie zoals Tata en stevige infrastructuur - zoals het Noordzeekanaal, het spoor en de snelwegen A22 en A9 - bestaan naast de fijnmazige structuur van wandel- en fietspaden in de natuur- en recreatiegebieden. Verder heeft Velsen:
Een aantal van deze functies kan worden gezien als metropolitaan. Dat wil zeggen dat ze uitstijgen boven de 'gemiddelde' gemeentelijke kenmerken en echt iets unieks toevoegen aan de MRA. Daarbij heeft elk onderdeel zijn eigen 'speelveld'. Zo zijn offshore en visserij gericht op de Noordzee, maar is Tata een globale speler.
Verschillende metropolitane functies onderscheiden Velsen van de rest van de MRA. Zodoende zijn ze de basisingrediënten waarmee de bestaande kernkwaliteiten van Velsen kunnen worden omschreven. De volgende vijf kernkwaliteiten zijn onderscheiden.
De eerste twee genoemde kernkwaliteiten - Nautische Toegangspoort en Slimme Werkplaats / Techport - vertegenwoordigen de stoere, slimme kant van de gemeente, terwijl het Nationaal Park meer de zachte, luwe kant van de gemeente laat zien. Het Actieve Landschap en Duinstad & Land-Goed maken gebruik van zowel de rauwe als de luwe, lommerrijke zijde. Zo kun je in de gemeente Velsen tegelijkertijd op vijf minuten lopen van het Noordzeekanaal en op vijf minuten lopen van de duinen wonen.
De kernkwaliteiten voegen echt iets toe aan de MRA en het is daarom belangrijk dat ze met elkaar verbonden worden. Uit de eerder beschreven landschappelijke laag en de occupatielaag kunnen verbindende elementen worden gedestilleerd (lange lijnen: landschap, water, infrastructuur). Dit wordt in paragraaf 4.7 verder uitgewerkt.
Uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling van de gemeente is dat de bestaande kernkwaliteiten worden behouden en verder worden versterkt. Dat gaat echter niet vanzelf. Om te behouden moet je (soms) veranderen. De verschillende trends in de samenleving vormen namelijk bedreigingen maar gelukkig vaak ook kansen voor de toekomst. Ook al is het misschien niet altijd mogelijk het tij te keren, het gaat erom voorbereid te zijn op de toekomst. De volgende trends zijn relevant.
Het is belangrijk de samenleving voor te bereiden op dit soort ontwikkelingen die op de regionale of lokale samenleving afkomen. Deze trends werken in elk gebied weer anders in op de bestaande kwaliteiten.
Nu de kernkwaliteiten zijn bepaald en is beschreven wat er op de gemeente afkomt, is het belangrijk te beschrijven waar de gemeente naartoe wil. Daarbij is het van belang goed te kijken naar het beleid dat er al ligt. De structuurvisie begint immers niet op nul.
In de regio en de gemeente is al veel beleid vastgesteld dat inspeelt op de in de vorige paragraaf genoemde trends. Hierdoor liggen de kaders voor een groot gedeelte al vast. Onderstaande documenten dienen in dit verband in elk geval als belangrijke onderlegger.
De vier strategische prioriteiten zijn verbonden met elkaar door het thema duurzaamheid.
Aan de hand van de Visie op Velsen en de Strategische Agenda zijn voor de bestuursperiode 2014-2018 vijf thema's of 'impulsen' geformuleerd. Met de volgende impulsen wil het college een extra stimulans geven aan een zichtbare positionering en profilering van de gemeente en de regio IJmond:
Belangrijke rrode draad in deze visie is dat bij ruimtevragen, zowel voor economische functies als woningbouw, er eerst geïntensiveerd moet worden op bestaande locaties. Transformatie binnen de bestaande stad van werk naar andersoortig werk of gemengd woon-werkgebied is mogelijk, maar zal altijd in overleg met en vanuit het perspectief van de zittende bedrijven worden bekeken. Ontwikkeling van recreatief gebied en (recreatieve) verbindingen maken ook deel uit van de visie.
Deze visie vormt een gezamenlijk uitgangspunt van provincie en gemeenten voor de verdere ontwikkeling van het gebied tussen Amsterdam en Haarlem tot een grootschalig groengebied met mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie, gevrijwaard van verdere verstedelijking. De visie gaat in op opgaven zoals de woningbehoefte voor de langere termijn, de consequenties van een mogelijke uitbreiding van Schiphol en de toekomst van het Noordzeekanaalgebied.
'Samen verder bouwen aan Velsen: Coalitieakkoord 2014-2018' (voorjaar 2014).
Centraal in dit akkoord staat een open en positieve houding van het gemeentebestuur ten opzichte van initiatieven van buiten. Niet 'nee, tenzij', maar 'ja, mits' is het uitgangspunt. De Visie op Velsen en de Strategische Agenda vormen de inhoudelijke basis voor het beleid. Verder kijkt het college nadrukkelijk naar de regio. Daarbij vindt het college het belangrijk binnen de MRA als IJmondregio op te trekken.
Op basis van de in het vorige hoofdstuk genoemde beleidskaders en rekening houdend met het maatschappelijk krachtenveld, is het mogelijk een ruimtelijk raamwerk op te stellen dat de (abstracte) visie voor de ontwikkeling van de gemeente op de lange termijn laat zien. Dit ruimtelijk raamwerk zet de te behouden/versterken kernkwaliteiten en de te verbeteren onderlinge verbindingen op de kaart en toont de gewenste ontwikkelrichting voor verschillende deelgebieden binnen de gemeente. Het ruimtelijk raamwerk laat de 'stip op de horizon' zien waar de gemeente naar toe wil, op weg naar 2040.
Twee van de kernkwaliteiten (zie paragraaf 3.4.) zijn terug te vinden in meerdere deelgebieden. Het Actieve Landschap omvat immers twee heel verschillende - maar wel samenhangende - deelgebieden die elk hun eigen identiteit hebben, namelijk het stoere strand en het Metropoolpark Spaarnwoude. Ook binnen Duinstad & Land-Goed kan een mozaïek aan sferen en woon- en leefmilieus worden aangetroffen; Duinstad en Land-Goed vormen de twee meest wezenlijk verschillende deelgebieden (zie de kaart van het ruimtelijk raamwerk / visie 2040). Voor de overige kernkwaliteiten (Nautische Toegangspoort, Slimme Werkplaats / Techport, Nationaal Park) geldt dat deze gehele deelgebieden vertegenwoordigen.
Zodoende kunnen de volgende deelgebieden (gekoppeld aan de bijbehorende kernkwaliteit) worden onderscheiden, die elk hun eigen identiteit hebben:
Het overkoepelende uitgangspunt van deze structuurvisie is dat de bestaande kernkwaliteiten worden behouden en waar mogelijk verder versterkt. Op basis van dit uitgangspunt worden in de volgende paragrafen (4.2 t/m 4.6) de belangrijkste ambities geschetst voor de verschillende deelgebieden. Een ander streven van de gemeente is de verschillende kernkwaliteiten waar nodig onderling beter te verbinden, met snelwegen, (hoogwaardig) openbaar vervoer en aantrekkelijke routes als belangrijkste typen verbindingen. Dit wordt in paragraaf 4.7 verder uitgewerkt. De ambities zijn steeds gekoppeld aan de impulsprojecten. Deze projecten hebben tot doel de komende periode nog eens een extra zetje te geven aan de uitvoering van de Visie op Velsen.
Ambitie
De positie van Velsen als volwaardige Nautische Toegangspoort van de MRA wordt verder versterkt. Centraal in die ontwikkeling staan:
Toelichting
In de Nautische Toegangspoort uit zich het metropolitane karakter van Velsen het sterkst door de havens, de zeesluis en het staalfront. Binnen de Nautische Toegangspoort liggen echter ook twee gebieden die potenties hebben als woongebied: Oud-IJmuiden en de kust. Oud-IJmuiden steekt als boegspriet de IJ monding in en ontvangt haar gasten van zee 'met de kop in de wind'. Deze trotse kiem van IJmuiden legt als geen ander deel van Velsen de verbinding tussen verleden, heden en toekomst. Het gebied doet er alles aan de potenties als ontmoetingsplaats waar te maken. Hiervoor kan aansluiting worden gevonden met het profiel 'DNA Kust, IJmuiden rauw aan zee' (zie paragraaf 4.5.).
Bovendien heeft het college het gebied als impulsproject aangemerkt. In dit verband is de ambitie het deelgebied Halkade - Spoorwegdriehoek te ontwikkelen als:
Aan zee wordt het gebied langs de jachthaven uitgebouwd tot een zeewaardige buitenplaats, die een aanvullend woon- en 'vermaakmilieu' biedt voor de metropool. Tussen de twee ankerpunten - Oud IJmuiden en IJmuiden aan Zee - ligt de zeehaven waar vis, wind, offshore, ferry/cruise en ondersteunende bedrijvigheid de klok slaan. De kunst is de ankerpunten op goede wijze met elkaar te verbinden. De ambitie is daarom de uitstraling van de route via de Kromhoutstraat te verbeteren. Hiervoor is een verbetering van de kwaliteit van bebouwing nodig en een goede aanhechting aan het duingebied. Tevens is er verbreding van de bedrijfsfuncties langs de Kromhoutstraat mogelijk (bijvoorbeeld dienstverlenende bedrijven). Daarnaast zal er een onderzoek worden gestart naar de mogelijkheden van herstructurering van het gebied. Daarbij kunnen mogelijkheden voor woningbouw alvast worden verkend waarbij als uitgangspunt geldt dat de economie daar niet door gehinderd mag worden.
Impulsprojecten
De volgende impulsprojecten hebben een relatie met de ambities voor de Nautische Toegangspoort: • Havenkwartier Halkade & Oud-IJmuiden • Kust informatie en innovatie centrum & Kustvisie • Citymarketing en IJmuiden Rauw aan Zee |
Ambitie
Velsen wordt verder ontwikkeld als de Slimme Werkplaats / Techport. Daarvoor wordt ingezet op:
Toelichting
De MRA/IJmond is een regio met veel kansen. Velsen neemt hierbinnen een bijzondere positie in. Bedrijven in de maakindustrie, onderhoud, (wind)energie en offshore creëren een plek waar vaklieden en technici tot hun recht komen. Hier kunnen talenten zich ontwikkelen en hun carrière een vliegende start geven. Tegelijkertijd is aanwas van gekwalificeerde technici ook noodzakelijk om te innoveren, om de maakindustrie voor de regio te behouden en om een aantrekkelijke woon- en werkomgeving te blijven. Daarom zijn er belangrijke dwarsverbanden gelegd met onderwijsinstellingen. Zo wordt de 'Techport' ontwikkeld: een krachtenbundeling van onderwijs, overheid en bedrijfsleven (de zogenaamde triple helix) in de IJmond, gericht op technisch vakmanschap en innovatie. In Velsen liggen kansen op het gebied van basismetaal- en maakindustrie, en offshore windenergie. Zo kunnen kennis en praktijkervaring met elkaar op bredere schaal gedeeld worden en kan kruisbestuiving plaatsvinden tussen industrie en onderwijs.
Impulsprojecten
De volgende impulsprojecten hebben een relatie met de ambities voor de Slimme Werkplaats / Techport: • Offshore Windenergie • Citymarketing en IJmuiden Rauw aan Zee • Techport IJmond |
Ambitie
De ligging van Velsen in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland wordt beter benut. Hieraan wordt bijgedragen door:
Toelichting
Het Nationaal Park vormt onmiskenbaar een unieke kwaliteit in de MRA. Het mag bijzonder genoemd worden dat het grootste deel van de woonkernen van Velsen zo dichtbij dit duinpark liggen. De luwe duinen zijn de geelgroene oase van Velsen. Zij vormen de voor- en achtertuin van IJmuiden en de ontsnapping aan de drukte van het bedrijvige NZKG en zijn havens. Waar kun je op zo een korte afstand van betaalbare woningen herten zien in de wilde natuur? De ambitie voor het Nationaal Park is vanzelfsprekend allereerst de eigen (intrinsieke) natuur- en landschapswaarden te behouden. Daarnaast is het echter ook belangrijk de recreatieve en educatieve potenties van het duin-gebied te benutten, niet alleen voor recreanten van ver, maar juist ook voor bezoekers uit de MRA en voor inwoners van Velsen. De daadwerkelijke beleving van de natuur staat hierbij voorop. Het is dan ook van belang het gebied toegankelijker te maken, waarbij er een goede balans moet zijn tussen een toename van het aantal bezoekers en de natuur- en landschapswaarden.
Impulsprojecten
Het volgende impulsproject heeft een relatie met de ambities voor het Nationaal Park: • Citymarketing en IJmuiden Rauw aan Zee |
Ambitie
Het stoere strand en het Metropoolpark Spaarnwoude worden als metropolitane attracties voor avontuurlijke sport en grootschalige evenementen verder op de kaart gezet.
Toelichting
In het toeristisch marketingprogramma 'DNA Kust, IJmuiden rauw aan zee', dat in samenwerking met de Provincie Noord-Holland is opgesteld, is de onderbouwing van deze ambitie mooi verwoord: 'IJmuiden is niet het resultaat van een stedenbouwkundig plan met parken en pleinen. IJmuiden is het gevolg van dat wat nodig is om te vissen, te werken of te klussen en af en toe te rusten. IJmuiden is wars van mooimakerij. IJmuiden is echt en puur. De wind is stevig en de zee is ruw. Net als de schitterende materialen waaruit IJmuiden is opgebouwd. De kades, de kranen, de schepen, alles gemaakt om de vis aan land te brengen of om het ijzer uit het erts te winnen. IJmuiden is Rauw, Rauw is mooi!'
Voor het versterken van de positie op het gebied van recreatie en toerisme is het van belang de volgende deelgebieden te onderscheiden:
Niet alleen de beide deelgebieden zelf moeten de aandacht krijgen die ze verdienen, maar het is ook essentieel om de contrasten tussen de verschillende landschappen, sferen en identiteiten in de gemeente te behouden en te versterken. Dit betekent in elk geval dat het groene landschap tussen de kernen zo moet blijven. Verder is het van belang dat deze gebieden goed bereikbaar en toegankelijk zijn. Zo verdient de verbinding tussen Velserbroek en het Metropoolpark nog aandacht.
Het beter zichtbaar en 'beleefbaar' maken van het cultuurhistorisch erfgoed is ook van belang omdat het bijdraagt aan de recreatieve kwaliteiten en het historisch besef van bewoners en bezoekers.
Impulsprojecten
De volgende impulsprojecten hebben een relatie met de ambities voor het Actieve Landschap: • Kust informatie en innovatie centrum & Kustvisie • Citymarketing en IJmuiden Rauw aan Zee |
Ambitie
De diversiteit aan karakteristieke metropolitane woonmilieus in Velsen wordt behouden en zoveel mogelijk versterkt. Deze ambitie wordt ondersteund door de volgende deelambities:
Toelichting
Bij het versterken van de diversiteit aan metropolitane woonmilieus is het van belang onderscheid te maken tussen de deelgebieden Duinstad en Land-Goed. Deze worden op de volgende pagina's beschreven.
De grootste uitdaging en tegelijk de grootste kans om de diversiteit aan woonmilieus te versterken, ligt in IJmuiden. Het bestaande stedelijke woonmilieu wordt gekenmerkt door eenzijdigheid in de woningvoorraad. Dominant zijn portieketagewoningen en relatief kleine eengezinswoningen uit de wederopbouwperiode. IJmuiden heeft wel de eerder genoemde unieke kenmerken waardoor het een aantrekkelijke plek is om stedelijk (of metropolitaan) te wonen.
Nieuwe woningbouw moet voorzien in de kwalitatieve vraag en bijdragen aan het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van het stedelijk woonmilieu, bijvoorbeeld door transformatie op plekken waar veroudering of leegstand optreedt. In IJmuiden kan in de hoofdstructuren op slimme plekken - daar waar het kan - verder worden geïntensiveerd of er kunnen accenten worden toegevoegd. Hierbij valt te denken aan een extra bouwlaag of iconische gebouwen.
Tegelijkertijd kan in IJmuiden door toevoeging van groen aan de wijken en verknoping van de kern met de duinen een veilige en luwe plek worden geboden aan bewoners en bezoekers om te wonen en te recreëren. Daarmee is IJmuiden het oog van de storm. De ligging nabij het fraaie duingebied is een belangrijke kwaliteit die versterkt en veel beter benut moet worden.
Een voorbeeld van het toepassen van bovengenoemde ambities is de vernieuwing van Zeewijk. De woningvoorraad is hier vernieuwd, er is meer diversiteit aangebracht en er zijn woningen toegevoegd. Daarbij is de relatie met de nabijgelegen duinen versterkt (groen-stedelijk woonmilieu). De ontwikkeling van Oud-IJmuiden is een ander voorbeeld van een dergelijke transformatie. Hier ligt de nadruk op de versterking van het woon-werkmilieu en de relatie met de haven, het Noordzeekanaal en de historie van het gebied.
Voor IJmuiden-Noord en -Zuid ligt er een centrum-stedelijke opgave, waarbij de prioriteit ligt bij het centrumgebied en de entree. De kracht van dit deel van IJmuiden is dat het de verbinding legt tussen de zee en de landgoederenzone
en tussen het Noordzeekanaal en de duinen. Vooral de duinzijde biedt kansen: de wederzijdse relatie kan worden versterkt door de duinen dieper het stedelijk weefsel te laten 'inprikken' en (andersom) bewoners met goede wandelpaden uit te nodigen in de duinen. Daarmee wordt de nabijheid van het Nationaal Park zichtbaarder en voelbaarder. De centrale as, de Lange Nieuwstraat, is belangrijk in dit deel van IJmuiden. Hier ontmoeten de IJmuidenaren elkaar bij het doen van de dagelijkse en niet-dagelijkse boodschappen in een hoogwaardig ontsloten hart. Hier kan in hogere, stedelijke dichtheden worden gebouwd met oog voor ruimtelijke kwaliteit. Nieuwbouw in dit centrum-stedelijke woonmilieu betreft voor een groot deel een vervangingsvraag: het gaat erom woningen van lage kwaliteit te onttrekken en woningen van een hogere kwaliteit toe te voegen. Het inbrengen van variatie, kwantiteit en kwaliteit door transformatie en vernieuwing (herstructurering) is voor dit deel van IJmuiden dé opgave. Woonmilieu die hierbij gezocht zouden moeten worden zijn centrum-stedelijk en groen-stedelijk.
Velsen-Noord - oorspronkelijk een bebouwingslint in de binnenduinrand - is sinds de komst van het Noordzeekanaal uitgegroeid tot een arbeiderswijk voor Tata Steel. Het dorp is een symbool van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Velsen-Noord heeft een goede ontsluiting via de A22, ligt dichtbij het station en het voorzieningencentrum van Beverwijk en er is veel werkgelegenheid in de nabijheid. Er zijn veel betaalbare (huur)woningen aanwezig en een belangrijke opgave voor het dorp is het blijven verbeteren van de bestaande woningvoorraad in de wijk en het blijven investeren in de leefbaarheid. Dat kan onder meer door in het kader van de aanpassing van de Velsertraverse kansen te benutten om de groene leefomgeving verder te verbeteren. Ook het verbeteren van de fysieke verbinding met Beverwijk en een hoge frequentie van de pont naar Velsen-Zuid in combinatie met het realiseren van een snelfietsroute (tussen Heemskerk, via Velsen-Noord, Velsen-Zuid naar Haarlem-Noord) dragen bij aan de aantrekkelijkheid van het dorp.
Voor het totale Duinstad & Land-Goed geldt dat het belangrijk is rekening te houden met de trends vergrijzing, ontgroening, arbeidsmigratie en verdunning. Deze trends hebben veranderingen in de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar woningen tot gevolg. Zo vragen wonen en zorg om specifieke woonmilieus. Ook de trends op het gebied van gemeenschapszin en individualisering zijn van belang. In dit verband is het de ambitie de dynamiek en sociale cohesie in IJmuiden en de dorpen te behouden en te versterken. Het streven is adequate voorzieningen (basisonderwijs, kinderopvang, sportvoorziening, gezondheids-/zorg-/welzijnscentrum) in of in de nabijheid van de dorpen te behouden. IJmuiden is het grootste voorzieningencentrum van de gemeente, waarbij de Lange Nieuwstraat het concentratiepunt is. In de regionale detailhandelsvisie zal de detailhandelstructuur van Velsen nader worden uitgewerkt.
Voorzieningen zijn belangrijk voor de woonkwaliteit en vitaliteit van de gemeente. Zo dragen maatschappelijke voorzieningen - onder meer op het gebied van onderwijs, zorg en sport - en een bloeiend verenigingsleven bij aan de sociale cohesie en de leefbaarheid. Het behouden van de maatschappelijke voorzieningen kan en wil de gemeente niet alleen bolwerken; daarvoor worden meer inzet en initiatieven uit de wijk verwacht.
Tot slot is het van belang de openbare ruimte in de woonomgeving zo beweegvriendelijk in te richten, dat het (vooral voor de eigen inwoners) aantrekkelijker wordt om te sporten.
Landgoed Beeckestijn (Velsen-Zuid)
Ruïne van Brederode
De binnenduinrand met de landgoederenzone vormt het 'hoogpolige tapijt' waarin de dorpen Velsen-Zuid, Driehuis, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid als het ware genesteld zijn. Dit fraaie lommerrijke gebied vormt de groene (laag-dynamische) contramal van de stedelijke (hoog-dynamische) functies die gekoppeld zijn aan het Noordzeekanaal. Als zodanig is deze zone ook van metropolitane kwaliteit. Binnen het Land-Goed 'blijven de dorpen de dorpen': Velsen-Zuid, Driehuis, Santpoort-Noord en Santpoort-Zuid behouden hun eigen specifieke identiteiten en kwaliteiten. Meer specifiek wordt ingezet op:
In dit deelgebied gaat het er vooral om de bestaande waarden voor de toekomst veilig te stellen en verder te verhogen.
Velserbroek
Nieuwe ontwikkelingen moeten ten dienste staan van deze waarden. Behoud door verandering is hier het devies. Zo is het van belang de landgoederenzone in de binnenduinrand te zien als een 'groene slinger', waarin de kwaliteit van de landgoederen, buitenplaatsen, kastelen (waaronder de Ruïne van Brederode) en parken moet worden verhoogd en waarin deze met elkaar verbonden moeten worden. Daar waar de landbouw verdwijnt, is het belangrijk nieuwe vormen van beheer van het landschap te vinden. Hierbij moet rekening worden gehouden met het behoud van de relatieve openheid in dit kleinschalige landschapstype.
Velserbroek
Velserbroek grenst aan het Land-Goed maar heeft een heel eigen identiteit als nieuw groen dorp in een veenweidepolder, tussen de binnenduinrand en Metropoolpark Spaarnwoude. Velserbroek heeft een eigen (basis)voorzieningencentrum en kent een goede wegverbinding met Haarlem en richting Alkmaar. Er wonen relatief veel gezinnen waarvan de kinderen de komende jaren het huis uitgaan. Hier is de opgave dan ook vooral de dynamiek in de samenleving te waarborgen door de bevolkingssamenstelling heterogeen te houden. Velserbroek kan in dit verband nog meer profiteren van de gunstige ligging nabij Spaarnwoude door het aantrekkelijker en beter herkenbaar maken van de langzaamverkeersverbindingen vanuit Velserbroek naar het Metropoolpark. Dit kan ervoor zorgen dat meer starters en jonge gezinnen zich willen vestigen in Velserbroek.
Impulsprojecten
De volgende impulsprojecten hebben een relatie met de ambities voor Duinstad & Land-Goed: • Havenkwartier Halkade & Oud-IJmuiden • Citymarketing en IJmuiden Rauw aan Zee |
Samenhang
Het is belangrijk de in de vorige paragrafen benoemde ambities in samenhang te bezien en met elkaar in verband te brengen. Nu al verbindt Velsen gebieden, mensen en activiteiten met elkaar. Velsen verbindt Amsterdam met de kust en Zuid-Kennemerland met IJmond. Binnen de gemeente Velsen is IJmuiden met de dorpen verbonden en de duinen en het strand met de landgoederen en Spaarnwoude. In die zin kan Velsen worden gezien als het vliegwiel - of de draaischijf - van de regio. Maar het kan en moet nog beter.
Fysieke verbindingen
Velsen heeft haar bewoners en bezoekers veel te bieden. De kwaliteiten liggen echter niet allemaal dicht bij elkaar. Het is daarom belangrijk goede onderlinge verbindingen te hebben, over water, weg, fietspad en voetpad. Het Noordzeekanaal moet daarbij niet als barrière worden gezien, maar nadrukkelijk als lijn waarover en waarlangs essentiële verbindingen lopen. Met het verbeteren van de verbindingen kan de strategische ligging in de MRA beter worden benut. Daarbij gaat het zowel om de oost-westverbinding als om de noord-zuidverbinding. Het gaat hier nadrukkelijk om routes en niet per se om wegverbindingen. Het gaat dan onder andere om verbetering van de oost-westverbinding tussen Amsterdam en Velsen en om het realiseren van een verbinding tussen de A8 en de A9. Op de noord-zuid-as zal gezocht worden naar een snelfietsroute. Daarnaast wordt er gestreefd naar een verbetering van het recreatieve netwerk, onder andere door het toevoegen van (groene) verbindingen met en door de duinen.
SamenwerkingVelsen verbindt niet alleen elementen in het landschap, maar ook mensen met elkaar. Door de sterke verbondenheid blijven wijken en buurten leefbaar. Voldoende zorg voor de openbare ruimte draagt bij aan de sociale cohesie. Velsen verbindt ook de (continu veranderende) vraag naar en aanbod van typen woningen en woonmilieus met elkaar door bijzondere woonmilieus aan de MRA toe te voegen. Verder verbindt Velsen de vraag en het aanbod naar werk met elkaar door in te zetten op de maakindustrie en de kennisrijke sectoren.
Verbinding met verleden en toekomst
Ten slotte verbindt Velsen verleden en toekomst door de lange lijnen van de geschiedenis te respecteren en als uitgangspunt te nemen bij het bouwen aan de toekomst. In de rijke historie van het Noordzeekanaal, de staalindustrie, de landgoederen en de visserij wordt een inspiratie gevonden voor de realisering van nieuwe projecten zonder dat sprake is van historiserend bouwen.
De verbinding met de toekomst leidt automatisch tot een streven naar verdere verduurzaming. Dit uit zich in de ambitie klimaatneutraal te zijn voor huishoudens en een goede balans te vinden tussen gezondheid en economie (met een goede luchtkwaliteit). Het gaat hier om grote investeringen, maar ook om lange lijnen, waardoor die investeringen kunnen worden uitgesmeerd over een langere periode.
Ontwikkelingsrichtingen en opgaven per deelgebied
Aan de deelgebieden en verbindingen uit het ruimtelijk raamwerk zijn opgaven gekoppeld. Deze zijn verbeeld op de structuurvisiekaart.
Hoe de structuurvisiekaart te lezen?
Wegens de onmiskenbare verbondenheid van Velsen met de regio, laat de structuurvisiekaart de gemeente zien in haar omgeving. In het echt houden het landschap, het werk en het water immers ook niet op bij de gemeentegrens.
Verder is van belang dat de structuurvisiekaart geen bestemmingsplankaart is en dat deze daarom geen ontwikkelingen onwrikbaar vastlegt. Het is een abstracte kaart waarop het gaat om de hoofdlijnen van beleid, die verder worden uitgewerkt in stedenbouwkundige plannen en bestemmingsplannen op basis van gemeentelijk beleid en/of particuliere initiatieven als die passen in de visie.
In het vorige hoofdstuk is per deelgebied op hoofdlijnen aangegeven wat de belangrijkste ambities zijn voor de verschillende deelgebieden in de gemeente Velsen. In dit hoofdstuk volgt de thematische uitwerking van de visie. In de volgende paragrafen zijn daartoe per thema de ambitie en (puntsgewijs) uitgangspunten en concrete ontwikkelingen benoemd die passen binnen de uitgezette koers. Achtereenvolgens komen de volgende thema's aan bod:
Ambitie
De belangrijkste ambitie op het gebied van wonen is aantrekkelijker te worden als woongemeente in de MRA door de diversiteit aan woonmilieus te behouden en verder uit te breiden en daarbij vooral in te zetten op de metropolitane kwaliteiten van IJmuiden.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema wonen zijn vooral de ambities voor Duinstad & Land-Goed van belang. Voor Oud-IJmuiden zijn daarnaast de ambities voor de Nautische Toegangspoort belangrijk. Het thema wonen heeft vanzelfsprekend ook relaties met de ambities voor de Slimme Werkplaats / Techport, het Nationaal Park en het Actieve Landschap, omdat voor een volwaardig en hoogwaardig woonmilieu de nabijheid van werk, groen en recreatiemogelijkheden ook van belang zijn. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambitie op het gebied van voorzieningen en leefbaarheid is het behoud van adequate voorzieningen in of in de nabijheid van de dorpen, met IJmuiden als hoofdvoorzieningencentrum van de gemeente.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema voorzieningen en leefbaarheid zijn vooral de ambities voor Duinstad & Land-Goed belangrijk. Voor de leefbaarheid zijn vanzelfsprekend ook (de ambities voor) de Nautische Toegangspoort en de Slimme Werkplaats / Techport van belang, omdat havengerelateerde en (andere) industriële activiteiten de leefbaarheid onder druk kunnen zetten. Daar tegenover staat dat (de ambities voor) het Nationaal Park en het Actieve Landschap juist in positieve zin sterk bijdragen aan de leefbaarheid. |
Uitgangspunten
Gestreefd wordt naar het behoud van een goed voorzieningenniveau om de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van Velsen te vergroten.
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambities op het gebied van werken zijn krachtenbundeling van onderwijs en bedrijfsleven, specialisatie in de basismetaal-/maakindustrie en offshore windenergie en het kennisintensiever maken van de maakindustrie.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema werken zijn vooral de ambities voor de Nautische Toegangspoort en de Slimme Werkplaats / Techport belangrijk. De recreatieve activiteiten in het Actieve Landschap genereren ook werkgelegenheid. Omdat tegenwoordig ook wordt gewerkt in woongebieden (denk aan zzp'ers en woon-werkunits), is er ook een relatie met (de ambities voor) Duinstad & Land-Goed. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambitie op het gebied van recreatie en toerisme is de kernkwaliteiten van Velsen nog beter te benutten om de positie van Velsen in de MRA op toeristisch-recreatief gebied te versterken. Het toeristisch marketingprogramma 'DNA Kust, IJmuiden rauw aan zee' is hiervoor mede de basis (zie). Het stoere strand en het Metropoolpark Spaarnwoude worden als metropolitane attracties voor avontuurlijke sport en grootschalige evenementen verder op de kaart gezet.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema recreatie en toerisme zijn vooral de ambities voor het Nationaal Park en het Actieve Landschap belangrijk. Bij het Nationaal Park gaat het om extensieve vormen van recreatie: recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving doordat er weinig of geen gebouwen voor nodig zijn en het aantal recreanten beperkt is, zoals wandelen en fietsen. Bij het Actieve Landschap gaat het ook om intensievere vormen van recreatie: ontspanningsmogelijkheden waarvoor veel voorzieningen nodig zijn en waaraan veel mensen tegelijkertijd op dezelfde plek deelnemen, zoals evenementen, festivals, paintballen en indoor skiën. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambities op het gebied van duurzaamheid en milieu zijn het stimuleren van duurzame ontwikkelingen en het zoveel mogelijk toepassen van duurzaamheidsmaatregelen door zowel gemeente, bewoners als bedrijven. Verduurzaming van de gemeente kan op meerdere fronten tegelijkertijd plaatsvinden.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema milieu zijn vooral de ambities voor de Nautische Toegangspoort en de Slimme Werkplaats / Techport belangrijk omdat deze effect hebben op de milieusituatie. Een grotere duurzaamheid is in wezen in alle deelgebieden te realiseren. Het thema duurzaamheid is dan ook geïntegreerd in de ambities voor de verschillende deelgebieden. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambities op het gebied van landschap en erfgoed zijn het versterken en zichtbaar maken van de contrasten tussen de verschillende landschappen, het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van de verschillende landschapstypen tussen de kernen en het behouden en nog meer beleefbaar maken van het erfgoed.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema landschap en erfgoed zijn vooral de ambities voor het Nationaal Park en het Actieve Landschap belangrijk, maar vanzelfsprekend ook (de ambities voor) de overige deelgebieden. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambitie op het gebied van natuur is het behouden van de natuurwaarden in de Natura2000-gebieden en elders in de gemeente.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden
Voor het thema natuur zijn vooral de ambities voor het Nationaal Park, het Actieve Landschap en het Land-Goed belangrijk. Dit thema heeft vanzelfsprekend ook relaties met (de ambities voor) de Nautische Toegangspoort, de Slimme Werkplaats / Techport en de Duinstad, omdat deze effecten kunnen hebben op de kwaliteit van de natuur. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
Ambitie
De belangrijkste ambities op het gebied van bereikbaarheid is de strategische ligging van Velsen in de MRA zoveel mogelijk uit te buiten door het leggen van goede verbindingen.
Relatie met de ambities voor de deelgebieden Voor het thema bereikbaarheid zijn de ambities voor alle deelgebieden belangrijk. Sterker nog, dit thema gaat over de relaties tussen de verschillende deelgebieden. (zie ook paragraaf 4.7.): Velsen als verbindende schakel. |
Uitgangspunten
Gewenste ontwikkelingen
De structuurvisie geeft richting aan het toekomstige beleid en ontwikkelingen van Velsen. Het geeft hoofdlijnen aan waarbinnen ruimte wordt gelaten aan voorziene en nog niet te voorziene ontwikkelingen. Conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de wijze waarop dit beleid gerealiseerd dient te worden.
Het is van belang de uitvoeringsparagraaf niet te zien als (letterlijk) sluitstuk van de structuurvisie maar als begin van de uitvoering van de structuurvisie. Daarmee wordt het een cruciaal scharnierpunt tussen droom en daad, tussen wens en werkelijkheid, tussen nu en straks. De structuurvisie krijgt "handen en voeten" door deze te vertalen naar acties en (strategische) projecten. De visie wordt daarmee meer dan alleen een papieren document; er gaat ook een initiërende en stimulerende werking van uit. De kernvraag "In wat voor dorp, stad en landschap willen onze kinderen straks leven?" wordt dan gekoppeld aan de vraag "Hoe kunnen we dat bereiken?"
De ideale uitvoeringsparagraaf bevat tenminste een overzicht van alle maat-regelen, locaties en ontwikkelingen zoals die voorkomen in de structuur-visie. Ook wordt inzicht verschaft in de vraag of en hoe kostenverhaal wordt geregeld. Dit is een belangrijk, maar niet het belangrijkste onderdeel van de uitvoeringsparagraaf.
Verder kan eventuele toepassing van de Wet Voorkeurs recht Gemeenten (WVG) worden beschreven. Ook biedt de uitvoeringsparagraaf inzage in de wijze waarop de structuurvisie en meer specifiek de uitvoeringsparagraaf periodiek worden bijgesteld. Bijstelling heeft plaats aan de hand van nieuwe informatie, verkregen uit monitoring van bijvoorbeeld demografische of economische ontwikkelingen en uit inzicht in de financieel-economische be-cijfering van projecten.
Het overzicht van maatregelen, locaties en ontwikkelingen kan worden uitgewerkt volgens het hieronder beschreven stappenplan:
In feite geldt dat bij het doorlopen van deze stappen sprake is van een cyclisch proces. Dit kan zowel bij het opstellen van een uitvoeringsprogramma om te zien of projecten die eerder zijn afgevallen toch in aanmerking komen voor het uitvoeringsprogramma, als bij het 'updaten' van een uitvoeringsprogramma. Ook als het uitvoeringsprogramma 'klaar' is voor de vaststelling van de structuurvisie, moet het namelijk worden opgevat als een dynamisch programma dat periodiek (in ieder geval elke vier jaar) kan worden geactualiseerd en kan worden vastgesteld. Hierbij wordt aangesloten bij de bestuurscyclus van de gemeente. Het uitvoeringsprogramma is sterk onderhevig aan verandering.
Gedurende de looptijd van deze structuurvisie zullen nieuwe projecten zich aandienen en kansen zich voordoen die passen binnen het gewenste toekomstbeeld. Tevens kunnen projecten een andere invulling krijgen of niet worden opgepakt door de markt.
De kern van het dynamisch uitvoeringsprogramma wordt gevormd door de maatregelenmatrix, die als bijlage bij de structuurvisie is gevoegd. De maatregelenmatrix bevat maatregelen die gekoppeld zijn aan een aantal thema's, die zijn gebaseerd op de opgaven zoals omschreven in de structuurvisie. In de kolommen is weergegeven wat de maatregel omvat, welke prioriteit eraan gegeven is, wat de bijbehorende fasering is, wie de trekker c.q. uitvoerende partij is en welke rol de gemeente inneemt en welk planresultaat wordt verwacht. In de uitvoeringstabel c.q. maatregelenmatrix wordt in de kolom 'Verwacht planresultaat' met een + aangegeven wanneer het een verdienlocatie of -project betreft, en met een - aangegeven wanneer het een tekortlocatie of -project betreft.
In een herziene 'Kadernota ontwikkeling van het grondbeleid' of een separate Kadernota kostenverhaal zal de relatie tussen de verdien- en tekortlocaties worden aangegeven alsmede nut en noodzaak van het kostenverhaal. De volgende categorieën van kosten komen daarbij aan bod (zie volgende paragraaf voor een toelichting):
Deze bijdragen worden op grond van de criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit doorberekend. Soms is het zo dat bestaande woningen en bedrijven meeprofiteren van nieuwe ingrepen en dat niet alle kosten kunnen worden toegerekend aan nieuwe ontwikkelingen. In een dergelijke nota kan dan ook een toelichting worden gegeven op de koppeling tussen 'kostendragers' en 'kostenvragers'.
De artikelen uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die gaan over de grondexploitatie (ook wel de 'grondexploitatiewet' genoemd), bieden een aantal instrumenten om in planologisch-juridische zin de programma's en daaruit vloeiende projecten uit de structuurvisie te verwezenlijken. Kostenverhaal, of verevening, is het centrale instrument. Het is van belang dat, in overeenstemming met de Wro, kostenverhaal verplicht is bij een bouwplan, zoals voor de bouw van woningen. In deze gevallen geldt de plicht tot het vaststellen van een (publiekrechtelijk) exploitatieplan tenzij kostenverhaal anderszins verzekerd is. Het exploitatieplan volgt daarbij de procedure van het planologische besluit. Bij vaststelling van een bestemmingsplan wordt tegelijkertijd het exploitatieplan vastgesteld.
Aanpak structuurvisie en kostenverhaal
Met de komst van de Wro is het verhalen van door de gemeente Velsen gemaakte kosten bij ruimtelijke ontwikkelingen niet langer vrijblijvend. Kostenverhaal is verplicht, maar geen doel op zichzelf. Het kan en mag nog steeds dat de gemeente een bepaald deel van deze kosten voor eigen rekening neemt, mits bewust, transparant en op basis van goede argumenten. Bij actief grondbeleid heeft kostenverhaal plaats door gronduitgifte.
Privaatrechtelijk spoor
Bij faciliterend grondbeleid tracht de gemeente kosten privaatrechtelijk te verzekeren door deze te verhalen via een zogenaamde anterieure (exploitatie)overeenkomst. In deze fase is er nog geen bestemmingplan en exploitatieplan vastgesteld en heeft het kostenverhaal op basis van onderhandeling plaats. Er geldt dan grote onderhandelingsvrijheid. In een anterieure overeenkomst is het onder meer mogelijk om:
Publiekrechtelijk spoor
Indien in de anterieure fase geen overeenstemming is bereikt met één of meerdere grondeigenaren, is de gemeente verplicht het kostenverhaal te verzekeren middels een exploitatieplan bij het nemen van een ruimtelijk besluit waarin bouwplannen juridisch-planologisch mogelijk worden gemaakt. Deze publiekrechtelijke regeling is gekoppeld aan twee voorwaarden:
Kostenverhaal is beperkt tot de opbrengstcapaciteit van het plan (=de zogenaamde 'macro-aftopping'). Dit betekent dat er niet meer kosten verhaald kunnen worden dan er opbrengsten zijn dan wel geweest zijn. Indien een initiatiefnemer verzoekt zijn bedrijf zodanig te ontwikkelen dat daaruit noodzakelijkerwijs kosten voor de gemeenten (zoals infrastructurele maatregelen) voortkomen, worden die kosten door ons geheel of gedeeltelijk op hem of haar verhaald, conform de bovengenoemde verdelingssystematiek.
Grondbeleid
Er zijn twee vormen van grondbeleid, namelijk actief en passief grondbeleid. Het voeren van een actief grondbeleid heeft tot doel dat de gemeente vooruitlopend op het bekendmaken van de doelstelling in een bepaald gebied, de (strategische) percelen reeds verwerft. Of onroerende zaken in bezit van de gemeente actief herontwikkelt. Bij het voeren van een passief - of faciliterend - grondbeleid beperkt de gemeente zich veelal tot het vaststellen van kaders waaraan de ontwikkeling moet voldoen. Het initiatief tot verwerven, bouwrijp maken en bebouwen van de onroerende zaak ligt bij de initiatiefnemer. Door het sluiten van een exploitatieovereenkomst, dan wel het opstellen van een exploitatieplan, haalt de gemeente de door haar gemaakte kosten voor onder andere aanpassing van het openbaar gebied terug. De Wet ruimtelijke ordening biedt hiervoor de basis.
De Kadernota ontwikkeling van de gemeente Velsen stelt dat actief grondbeleid wordt gehanteerd om de doelstellingen uit de structuurvisie te kunnen realiseren. Er kunnen zich situaties voordoen dat er gekozen wordt om de doelstellingen uit de structuurvisie via faciliterend grondbeleid te realiseren. Per geval wordt zorgvuldig en integraal afgewogen of er wel of niet actief grondbeleid binnen de huidige kaders gevoerd zal worden. Voor overige ontwikkelingen wordt faciliterend grondbeleid gehanteerd.
Wet voorkeursrecht gemeenten
De structuurvisie vormt de basis voor het vestigen van voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Dit instrument kan ingezet worden indien door ons tot actieve ontwikkeling wordt besloten. Het instrument is bedoeld om ons een betere uitgangspositie in de grondmarkt te geven en speculatie te voorkomen. Een voorkeursrecht dat wordt gevestigd op basis van een vastgestelde structuurvisie is geldig voor een periode van drie jaar. Het voorkeursrecht vervalt van rechtswege drie jaar na vaststelling van de structuurvisie, tenzij voor dat tijdstip een bestemmingsplan wordt vastgesteld.
Bovenwijks fonds
Bovenwijkse kosten behoren tot de te verhalen kosten (zie art. 6.13 lid 7 Wro). Tot de bovenwijkse kosten behoren (bovenwijkse) voorzieningen die van nut zijn voor en binnen of buiten één of meer exploitatiegebieden. Wat onder bovenwijkse kosten verstaan wordt, is in de wet niet gedefinieerd. De Wro biedt de mogelijkheid een fonds in te stellen voor bovenwijkse kosten. Een dergelijk fonds wordt gevoed door gemeentelijke grondexploitaties en anterieure overeenkomsten. Bijdragen aan het fonds kunnen afhankelijk van toetsingscriteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit deel uitmaken van de in een exploitatieplan opgenomen kosten. Zoals gezegd zal worden onderzocht of de herziene 'Kadernota ontwikkeling' of 'Nota Kostenverhaal' hiervoor de basis kan bieden.
De structuurvisie bevat bij voorkeur aanwijzingen over bestedingen, die ten laste van dit fonds komen. De kosten voor de verschillende maatregelen/projecten zijn echter nog niet altijd bekend. Deze kosten zullen daarom in de uitvoeringsfase concreet worden gemaakt. De dekking van de kosten zal, indien van toepassing, in eerste instantie plaatsvinden via kostenverhaal bij derden. In tweede instantie is er voor sommige maatregelen/projecten al een budget beschikbaar dat kan worden benut. Indien er toch nog budget benodigd is, zal er voor de betreffende maatregel/project bij de perspectiefnota budget worden gevraagd.
Bovenplanse verevening
Het is mogelijk een exploitatiegebied met een positief exploitatiesaldo ('verdienlocatie') te verbinden met een exploitatiegebied met een negatief exploitatiesaldo ('tekortlocatie'). Tussen deze locaties kan (bovenplans) verevening plaatshebben door ze als één exploitatiegebied aan te merken. De gemeente hanteert dit principe niet. Er worden geen locaties aan elkaar gekoppeld.
Bijdrage ruimtelijke ontwikkeling
De wet geeft de gemeente de mogelijkheid een bijdrage ruimtelijke ontwikkeling met een derde overeen te komen (artikel 6.24 Wro). Deze bijdrage kan bestemd worden voor een belangrijke in de structuurvisie benoemde maatschappelijke functie zoals natuur, recreatie, waterberging en infrastructuur. Deze bijdrage maakt geen deel uit van de kostensoortenlijst en kan publiekrechtelijk niet afgedwongen worden. De noodzaak tot deze bijdrage dient wel onderbouwd te worden en de bijdrage moet aansluiten bij de mogelijkheden van een exploitatieplan en voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitvoeringsstrategie
De uitvoering van deze structuurvisie is een dynamisch proces waar de gemeente tot 2025 actief mee aan de slag is. In die periode zullen wij telkens afwegingen (moeten) maken tussen het gedefinieerde programma, de ruimtelijke mogelijkheden, de marktconformiteit en de financiële haalbaarheid. De consequenties van het maken van (nieuwe) keuzes worden steeds integraal afgewogen en gecommuniceerd.
Projecten waarin de structuurvisie niet voorziet
Gedurende de looptijd van de structuurvisie kunnen zich initiatieven aandienen waarin de structuurvisie niet voorziet. Dit betekent echter niet dat voor uitvoering van deze initiatieven de structuurvisie herzien moet worden. Als initiatieven bijdragen aan verwezenlijking van de ambities van deze structuurvisie kan worden besloten het betreffende project te realiseren.
Koppeling gemeentelijke budgetcyclus en herziening uitvoeringsparagraaf
De projecten van de structuurvisie worden in het kader van de verantwoording en prioritering gekoppeld aan de gemeentelijke budgetcyclus. Bij de jaarrekening worden over de belangrijkste zaken uit de structuurvisie verantwoording afgelegd wat betreft het gevoerde beleid en de feitelijke resultaten. Onder- of overschrijding van budgetten per project kan aanleiding geven tot het bijstellen van ambities. De uitvoeringsparagraaf is dynamisch en kan in ieder geval elke vier jaar herzien worden. Hierbij wordt aangesloten bij de bestuurscyclus van de gemeente.
Colofon
Projectnaam: Structuurvisie Velsen
Datum: 12 mei 2016 vastgesteld door de gemeenteraad van Velsen
Opdrachtgever: Gemeente Velsen
Gemeentelijke projectleiding: Dhr H. Kloosterman / Dhr. J. Warmerdam
Projectteam: Gemeente Velsen
Eindredactie en grafische vormgeving: KuiperCompagnons