direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Ambachtsweg
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001

Toelichting

De toelichting dient een duidelijk beeld van het wijzigingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten te geven. Met name een goede afstemming tussen de toelichting en de beide juridische onderdelen van het wijzigingsplan is van groot belang. De plantoelichting geeft een toelichting op het wijzigingsplan, maar maakt geen deel uit van het wijzigingsplan.

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor het wijzigingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Dit wordt geïllustreerd door middel van het opnemen van een kaartfragment, waaruit de ligging van het plangebied blijkt. Verder wordt beschreven wat de relatie is met het vigerende bestemmingsplan.

1.1 Aanleiding

De aanleiding om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid is dat er een aanvraag ingediend is voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een lunchroom. Deze aanvraag past niet in het bestemmingsplan zowel wat betreft de bouw- als de gebruiksmogelijkheden. In het vigerende bestemmingsplan "Bedrijventerrein Velserbroek" is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om op deze locatie aan de Ambachtsweg een lunchroom mogelijk te maken. Van deze wijzigingsbevoegdheid wordt gebruik gemaakt om de gewenste lunchroom te kunnen bouwen. De feitelijke functiewijziging betreft het omzetten van 150m² groenfunctie naar horeca, en van onbebouwd naar een bouwwerk zijnde een gebouw van maximaal 150 m² met een maximum bouwhoogte van 5 meter.

1.2 Plangebied

Het plangebied ligt in het wijzigingsgebied 1 uit het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Velserbroek". De locatie ligt aan de Ambachtsweg nabij buurtcentrum De Koe.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0001.png"

Afbeelding 1.2.1 ligging plangebied

1.3 Doel

Het doel van het nieuwe wijzigingsplan is het bieden van een bouwtitel voor de gewenste ontwikkeling, het realiseren van een lunchroom, binnen de kaders die de raad heeft vastgesteld voor de wijziging van het vigerende bestemmingsplan.

1.4 Vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied (en tevens het moederplan) is het bestemmingsplan Bedrijventerrein Velserbroek met IMROcode NL.IMRO.0453.BP1301BEDRIJVENTE1-R001, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2012. Dit bestemmingsplan komt met het in werking treden van het wijzigingsplan gedeeltelijk te vervallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0002.png"

Afbeelding 1.4.1 Vigerende bestemmingsplannen (digitale verbeelding)

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Het plan voorziet in de bouw van een gebouw waarin horeca mag plaatsvinden. De concrete aanvraag is voor een lunchroom.

De wijzigingsbevoegdheid betreft totaal 150 m² oppervlakte. De buitenwerksmaten van de lunchroom bedragen 14,22 meter en 6.29 meter, hetgeen overeenkomt met 90 m2. Het terras heeft een maximale oppervlakte van 60 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0004.png"

Het perceel ligt enerzijds grenzend aan het bestaande voetpad langs de Ambachtsweg en anderzijds sluit het perceel vrijwel direct aan op de bestaande steiger. De steiger blijft vrij toegankelijk voor publiek (vissers).

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0007.png"

Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op diverse sectorale aspecten die mogelijk beperkingen kunnen opleveren voor de uitvoering van het wijzigingsplan. Hieruit blijkt dat de onderdelen archeologie, stedenbouw, verkeer & vervoer en water geen beperkingen oplevert voor het wijzigingsplan.

Via de wetgeving in de ruimtelijke ordening wordt getracht functies zo goed mogelijk in te passen, teneinde overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te voorkomen. Dit beïnvloedt de bestemmingstoekenning en de juridische regeling van de bestemmingen. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verschillende relevante aspecten zowel binnen als buiten het wijzigingsgebied. De milieuonderdelen worden in een apart hoofdstuk behandeld.

3.2 Archeologie

In het vigerende bestemmingsplan is een dubbelbestemming opgenomen voor archeologie om de mogelijke archeologische waarden te beschermen. Bij de bouw van een gebouw van meer dan 100 m2 dient een archeologisch rapport te worden overgelegd. In de voorliggende situatie wordt een gebouw van 90 m2 gerealiseerd. Daarom is geen nader archeologisch onderzoek noodzakelijk.

3.3 Stedenbouw

De te realiseren Lunchroom, als horecafunctie, ligt in de groenstrook tussen het water en de (haakse) parkeerplaatsen in de Ambachtsweg. Op circa 25 meter afstand is buurtcentrum De Koe gesitueerd. Ook dit buurtcentrum heeft, deels, een horecafunctie. De verblijfsfunctie en de horecafunctie op de Ambachtsweg worden door de realisatie van het plan versterkt.

De nieuwe lunschroom verstoort het ruimtelijk beeld niet. Tegenover De Koe en de lunchroom is het Motorhuis gevestigd. Haar grote parkeerplaats grens aan de Ambachtweg. De nieuwe lunchroom vult een leegte op en accentueert de compensatiewaterplas. Tegelijkertijd wordt de horecafunctie versterkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.WP1309AMBACHTSWEG1-O001_0008.png" 

Figuur 3: parkeren rondom De Koe en de toekomstige lunchroom.

Door de maximale hoogte van 5 meter steekt dit gebouw niet boven de aangrenzende bebouwing uit. Door de strakke rechthoekig gevormde gevels past het beeld goed in het aanzicht van de omringende bebouwing dat hoofdzakelijk ook bestaat uit grotere objecten veelal bedoeld als werk- en opslagruimtes.

Landschappelijke onderbouwing

De lunchroom is zeer beperkt van omvang. Zeker in vergelijk met de omringende grote bedrijfsloodsen en panden. De lunchroom zal het landschappelijk beeld van het bedrijventerrein niet verstoren.

Conclusie:

Vanuit de ruimtelijke en landschappelijke inpassing en de stedenbouwkundige inpassing zijn tegen het plan geen bezwaren in te brengen. Het plan past goed in zowel de ruimtelijke, stedenbouwkundige en landschappelijke configuraties van het bedrijventerrein.

3.4 Verkeer & vervoer

Door de aanwezigheid van bouwmarkten en automobielbedrijven heeft het bedrijventerrein een duidelijke verblijfsfunctie. Dit wordt nog eens versterkt doordat het parkeren veelal langs (haaks) of aan de weg plaatsvindt en door de aanwezigheid van klinkerbestrating. Door de aanwezigheid van deze publieksaantrekkende bedrijven en kantoren komen er veel particulieren op het bedrijventerrein.

Buurtcentrum De Koe is een publiekstrekker met verblijfsfunctie. De lunchroom naast het buurtcentrum versterkt de verblijfsfunctie.

Conclusie:

In de Ambachtsweg zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar om de verblijfsfunctie te kunnen faciliteren

3.5 Water

In het bedrijventerrein is hoofdzakelijk sprake van een gescheiden stelsel. Het afvalwater wordt daarbij afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Velsen-Zuid, terwijl regenwater hoofdzakelijk wordt afgevoerd naar oppervlaktewater.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

4.1 Inleiding

Goede ruimtelijke ordening bestaat uit het op goede wijze inpassen van functies zonder dat het de omgeving schaadt. Dit gebeurt onder andere door te toetsen aan milieuwetgeving. In het volgende hoofdstuk worden de relevante milieuonderdelen belicht en getoetst of de wijziging past binnen de wet en regelgeving die voor milieu geldt. Hieruit blijkt dat de milieuonderdelen geen beperking opleveren voorhet wijzigingsplan.

De VNG heeft een publicatie 'bedrijven en milieuzonering' waarin voor bepaalde activiteiten op de onderdelen geluid, geur, stof en gevaar richtafstanden tot woonbebouwing worden gegeven. De activiteiten die mogelijk worden gemaakt in dit wijzigingsplan vallen in milieucategorie 1 wat wil zeggen dat een richtafstand van 10 meter, in een rustige woonwijk, tot aan woonbebouwing of andere gevoelige bestemmingen moet worden aangehouden (zie onderstaande tabel). Binnen deze afstand is geen gevoelige bebouwing aanwezig. Bovendien is in dit gebied geen sprake van een rustige woonwijk, maar van een omgevingstype gemengd gebied. Daarom kan ook met een afstand van 0 meter worden voldaan aan het aspect milieuzonering.

Milieucategorie   Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied   Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied  
1   10 m   0 m  
2   30 m   10 m  
3.1   50 m   30 m  
3.2   100 m   50 m  
4.1   200 m   100 m  
4.2   300 m   200 m  
5.1   500 m   300 m  
5.2   700 m   500 m  
5.3   1.000 m   700 m  
6   1.500 m   1.000 m  

Adviesafstandentabel uit de VNG publicatie 'Bedrijven en milieuzonering 2009'

Het plan voldoet aan de adviesafstanden tot het omgevingstype gemengd gebied.

4.2 Ecologie

Sinds 1 januari 2017 is één wet van toepassing die de natuurwetgeving in Nederland regelt: de Wet natuurbescherming (Wnb). De wet ligt in de lijn van Europese wetgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De Wet natuurbescherming vervangt de Boswet, de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998.

In de Wet natuurbescherming is de soortenbescherming en gebiedsbescherming geregeld. De soortenbescherming heeft betrekking op alle, in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, (trek)vogels, reptielen en amfibieën, op een aantal vissen, libellen en vlinders, op enkele bijzondere en min of meer zeldzame ongewervelde diersoorten en op een honderdtal vaatplanten. Welke soorten planten en dieren wettelijke bescherming genieten, is vastgelegd in de bijlage van de Wet natuurbescherming. Dat houdt in dat, bij planvorming, uitdrukkelijk rekening gehouden moet worden met gevolgen, die ruimtelijke ingrepen hebben, voor instandhouding van de beschermde soort.

Gebiedsbescherming wordt geregeld middels de Natura 2000-gebieden. De term EHS werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan (NBP) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In 2013 veranderde de naam van Ecologische Hoofdstructuur naar Nationaal Natuurnetwerk (NNN). NNN is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waarde verliezen. Het NNN kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. NNN is tevens opgenomen in het streekplan van de provincie. Indien het projectgebied in of in de nabijheid van het NNN gelegen is, verlangt de provincie een 'nee-tenzij-toets'

Gebiedsbescherming
De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Wet natuurbescherming. Ruimtelijke projecten kunnen (zeer) moeilijk worden gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken (externe werking).

Het plangebied is niet gelegen in een Natura 2000-gebied. Het plangebied is op 1700 meter afstand gelegen van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Gelet op deze afstand en gelet op de aard van de voorgenomen ontwikkeling mag worden verwacht dat deze geen schade zal toebrengen aan het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid.

Soortbescherming

De ontwikkeling vindt plaats op een perceel grasland dat intensief wordt gemaaid. Daarom is de kans op het voorkomen van beschermde plant- en of diersoorten niet aanwezig. Nader onderzoek naar soortenbescherming is niet noodzakelijk.

Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

4.3 Externe veiligheid

In de omgeving van het plangebied lopen geen leidingen of zijn geen activiteiten die een gevaar in het kader van de externe veiligheid opleveren voor het wijzigingsplan.

4.4 Bodem

Bij de overdracht van de grond van gemeente aan initiatiefnemer is door de Omgevingsdienst IJmond aangegeven dat op basis van een historisch onderzoek niet bekend is dat op het perceel enige verontreiniging aanwezig is. Bij de omgevingsvergunningaanvraag wordt dit feitelijk getoetst.

4.5 Geluid

Detailhandel is geen gevoelige bestemming in het kader van de wet geluidhinder. De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de in het wijzigingsplan beoogde ontwikkelingen.

4.6 Luchtkwaliteit

Bij planvorming is de luchtkwaliteit één van de milieuaspecten waar onderzoek naar dient te worden verricht.

Wet luchtkwaliteit
In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende' mate van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1500 woningen of 100.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.

Wel zal in het kader van een goede ruimtelijke ordening een motivatie nodig zijn. Deze motivatie dient gebaseerd te zijn op de in het plangebied heersende luchtkwaliteit

Beoordeling plan
Met het wijzigingsplan wordt slechts 90 m² detailhandel toegevoegd. Deze ontwikkeling wordt beoordeeld als kleinschalige ontwikkeling. Vanwege deze beperkte omvang en de bedrijfsmatige functies van veel grotere omvang in de directe omgeving wordt geen extra aantrekking van verkeer verwacht. Als er al een bijdrage van het extra verkeer is kan deze worden beschouwd als 'niet in betekenende mate' en is geen nader onderzoek nodig.

Conclusie
De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van de in het plan opgenomen ontwikkelingen.

Hoofdstuk 5 Juridisch bestuurlijke aspecten

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de regels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op afzonderlijke bestemmingen.

5.2 Opzet en regels verbeelding

De regels en de verbeelding vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het wijzigingsplan. De toelichting is niet juridisch bindend, maar kan wel gebruikt worden als nadere uitleg bij de regels.

Op de bij het wijzigingsplan behorende verbeelding zijn alle noodzakelijke gegevens ingetekend. Er wordt onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen.

De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. De op de verbeelding opgenomen bestemmingen zijn in overeenstemming met de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Door deze standaarden wordt de kleur en de codering van de bestemmingen bepaald. Elke op de verbeelding weergegeven bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsregel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze de gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt en bebouwing mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de verbeelding. Aanduidingen in samenhang met de regels, geven duidelijkheid over datgene wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • De 'Inleidende regels', bestaande uit een begrippenlijst en regels met betrekking tot de 'wijze van meten';
  • De 'Bestemmingsregels', die in dit wijzigingsplan te onderscheiden zijn in regels voor 'gewone', rechtstreekse bestemmingen;
  • De 'Algemene regels' die in principe betrekking hebben op alle bestemmingen die in het plangebied voorkomen;
  • De 'Overgangs- en slotregels' die bestaan uit het overgangsrecht (voor bestaande bouwwerken en bestaand gebruik dat van het wijzigingsplan afwijkt) en de naam waaronder het wijzigingsplan moet worden aangehaald.

5.3 Bestemmingsbepalingen

Horeca
In het plangebied heeft het perceel één bestemming, namelijk 'Horeca'.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De Wet ruimtelijke ordening schrijft voor dat het college van burgemeester en wethouders bij de vaststelling van een wijzigingsplan in beginsel tevens een grondexploitatieplan vaststelt. Het college van burgemeester en wethouders kan bij de vaststelling van het wijzigingsplan echter besluiten om daarvan af te wijken, als het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan een privaatrechtelijke overeenkomst met de betrokken initiatiefnemers.

In voorliggend geval zijn de van gemeentewege te maken kosten opgenomen in de grondtransactie-overeenkomst. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid van het plan is geborgd.

Hoofdstuk 7 Inspraak en vooroverleg

Het ontwerp van het wijzigingsplan wordt in het kader van artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn van terinzagelegging krijgen belanghebbenden de gelegenheid om schriftelijk een zienswijze kenbaar te maken.