Plan: | Industrieterrein Tata Steel |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0453.BP0200TATASTEEL1-O001 |
Voor het bestemmingsplan Industrieterrein Tata Steel is een planMER opgesteld. Het bestemmingsplan Industrieterrein Tata Steel is in ieder geval planMER-plichtig omdat het bestemmingsplan de vestiging, wijziging of uitbreiding van bedrijven toestaat die in het kader van hun milieuvergunning MER-(beoordelings)plichtig zijn.
Met het opstellen van de planMER wordt het bestemmingsplan beoordeeld op de gevolgen voor het milieu. In deze planMER worden de gevolgen van de beoogde ontwikkelingen in beeld gebracht voor de milieuaspecten bodem, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geluid en ecologie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de huidige situatie en de ontwikkelingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Het is onduidelijk welke bedrijven zich concreet vestigen. Daarom heeft de planMER een algemeen beschouwend karakter, maar wel met een duidelijke conclusie.
In verband met het aspect bodem wordt door lopende saneringen en bij toekomstige ontwikkelingen door vigerende wetgeving geborgd dat bij vestiging, wijziging of uitbreiding van bedrijven binnen het plangebied een en ander geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu.
Om te waarborgen dat in de toekomst de risico's met betrekking tot externe veiligheid niet teveel toenemen worden nieuwe BEVI bedrijven in beginsel uitgesloten. Nieuwe BEVI-inrichtingen zijn mogelijk in die zin dat een bevoegdheid tot afwijken wordt opgenomen met – indien van toepassing – een m.e.r.-beoordelingsplicht. Daarnaast worden nieuwe risicovolle activiteiten van de bestaande BEVI-inrichtingen danwel verplaatsing of uitbreiding van risicovolle activiteiten niet zonder meer toegestaan. Voorts worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijven uitgesloten die een mensaantrekkende werking hebben. Bedrijven met hoge personendichtheden verhogen ook het groepsrisico. In dat verband wordt vestiging van deze bedrijven ook uitgesloten. Expliciet bepaald is dat nieuwe kwestbare objecten uitsluitend zijn toegestaan middels een afwijkingsbevoegdheid en na afweging van de externe veiligheidsrisico's.
De conclusie met betrekking tot luchtkwaliteit is dat de normen van de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormen voor het vaststellen van het bestemmingsplan Industrieterrein Tata Steel. In het bestemmingsplan dienen in verband met het aspect luchtkwaliteit geen nadere regels te worden opgenomen omdat in de toekomst door het toestaan van ontwikkelingen waarvoor een projectMER nodig is en door het toepassen van het principe van de best beschikbare Technieken (BBT) de luchtkwaliteit voldoende is geborgd.
Uitbreiding of vestiging van bedrijven wordt voor wat betreft het aspect geluid getoetst aan de Wet milieubeheer en het daarin opgenomen principe van de best beschikbare Technieken (BBT). Tevens wordt een vergunningaanvraag van een bedrijf door de provincie als zonebeheerder aan de 55 dB(A) contour, de vastgestelde Maximaal Toegestane Geluidbelastingen (MTG's) en aan de zonegrens. Uit de gegevens van het zonebeheersmodel en het aanvullende saneringsprogramma 2005 is gebleken dat de zone theoretisch vol is. Dit impliceert dat vestiging van de wat zwaardere geluidemitterende bedrijven op het industrieterrein niet meer mogelijk is.
De effecten op de natuur door de nieuwe ontwikkelingen in het Noordgebied zijn inzichtelijk gemaakt door een Flora- en faunaonderzoek en een Voortoets. De effecten op de natuur door het toestaan van ontwikkelingen waarvoor een projectMER of een passende beoordeling nodig is worden in het kader van een (dan) op te stellen projectMER inzichtelijk gemaakt. Indien de beheerplannen door de provincie zijn opgesteld wordt de projectMER dan getoetst aan de daarin geformuleerde instandhoudingsdoelstellingen. De conclusie is dat door deze procedures de belangen van de natuur worden gewaarborgd.
Samenvatting
De planMER richt zich primair op het integrale bestemmingsplan Industrieterrein Tata Steel en secundair op losse (planMER-plichtige) activiteiten. In deze planMER heeft een nadere afweging plaatsgevonden in het ruimtelijke spoor en is getoetst of nadere regels in het kader van het bestemmingsplan noodzakelijk zijn ter voorkoming van nadelige gevolgen voor het milieu. Dit is alleen noodzakelijk voor het aspect externe veiligheid. Voor de overige aspecten kan dat worden geborgd in toekomstige procedures onder andere in het kader van de Wet milieubeheer zoals het opstellen van een projectMER.