direct naar inhoud van 4.8 Watertoets
Plan: Industrieterrein Tata Steel
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP0200TATASTEEL1-O001

4.8 Watertoets

De watertoets is wettelijk van toepassing, het betreft een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

Het waterbeheer in het binnendijkse deel van het plangebied wordt gevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het buitendijkse waterbeleid wordt gevoerd door Rijkswaterstaat. In het kader van de verplichte watertoets is over dit bestemmingsplan overleg gevoerd met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Rijkswaterstaat, waarna de opmerkingen zijn verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid

Europees beleid

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET), en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn.

Nationaal beleid

Het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (NBW-actueel, 2008) is een actualisatie van het oorspronkelijke NBW uit 2003. Het betreft een overeenkomst tussen het rijk, de provincies, het InterProvinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het beleid van WB21 en KRW zijn belangrijke peilers van het akkoord. Het NBW heeft tot doel om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden anticiperend op veranderende omstandigheden zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. In de actualisatie uit 2008 is meer nadruk gelegd op klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave, ontwikkelingen in de woningbouw en infrastructuur en de implementatie van de Kaderrichtlijn Water.

De Nationale Handreiking Watertoets 3 is in juli 2009 vastgesteld. Door de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening klopte de informatie in handreiking 2 niet meer. Deze handreiking is, ten opzichte van de Handreiking Watertoets 2, aangepast aan en aangevuld met de nieuwste inzichten en ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. De belangrijkste wijzigingen zijn de aanpassingen aan de evaluatie watertoets 2006, de Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008) en het Nationaal Waterplan. De Handreiking Watertoetsproces 3 geeft een algemene beschrijving van het gedachtegoed achter het watertoetsproces, de wettelijke verankering, de verschillende rollen en producten in het licht van de vernieuwde wetgeving en beleidsafspraken.

Het Nationaal Waterplan 2010 is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van het wetsvoorstel Waterwet. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de KRW. Tevens bevat het Nationaal Waterplan een eerste beleidsmatige uitwerking van de kabinetsreactie op het advies van de Deltacommissie.

De Waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. Deze wet heeft negen waterrelevante wetten samengevoegd (de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater, Wet Verontreiniging Zeewater, Grondwaterwet, Wet Droogmakerijen en Indijkingen, Wet op de Waterkering, Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken, Wrakkenwet en Waterstaatswet). Daarnaast wordt de regeling waterbodems uit de Wet Bodembescherming opgenomen in de nieuwe Waterwet. Het wetsvoorstel regelt niet alles. Bepaalde onderwerpen dienen nader uitgewerkt te worden in onderliggende regelgeving: het Waterbesluit (algemene maatregel van bestuur), de Waterregeling (een ministeriële regeling) of in de verordeningen van waterschappen en provincies.

Provinciaal beleid

De provincie vindt het belangrijk dat inwoners en bedrijven te allen tijde optimaal beschermd zijn tegen overstromingen en wateroverlast, dit is uitgewerkt in het Waterhuishoudingsplan provincie Noord-Holland 2006-2010 (2006). Uiterlijk in 2015 moet het watersysteem op orde zijn zodat het in staat is om de neerslaghoeveelheden op te vangen, daarbij mag de waterkwaliteit niet meer verslechteren. Het plan beschrijft op hoofdlijnen de eisen die de functies van oppervlaktewater en grondgebruiksfuncties stellen aan het waterbeheer.

Waterschapsbeleid

Het Waterbeheersplan 3, 2007-2009 (2006) beschrijft de uitgangspunten en strategische doelen voor het waterbeheer voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009. De volgende thema's komen in het WBP3 aan de orde: het beheer van het watersysteem, de aanpak van lozingen (bronaanpak) en ruimte voor water nu en in de toekomst. De strategische doelen uit het Waterbeheersplan 3 zijn:

  • Het hoogheemraadschap beheert het water onder dagelijkse omstandigheden integraal, volgens de provinciale verordening en de vigerende wetgeving;
  • In 2009 voldoet de kwaliteit van het water in het gehele beheersgebied minimaal aan de waterkwaliteit van 2000, conform het provinciaal beleid (Provinciaal Waterplan);
  • In 2009 zijn voor ca. 80 procent van de gebieden met een wateropgave met de provincie Noord-Holland, de grondbezitters en gemeenten procesafspraken gemaakt. In 2009 zijn 87 stuwen verbreed, 155 slimme stuwen en 15.000 m3/uur extra bemaling gebouwd en is ca. 300 ha berging gerealiseerd.

Het Waterbeheersplan 4, 2010-2015 (2010) is reeds vastgesteld. Het waterbeheersplan 4 zal gelijktijdig met dit bestemmingsplan van kracht zijn en de kerndoelen zijn:

  • Het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren;
  • De verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen en/of beheersbaar houden;
  • Het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren;
  • Het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.

In het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010 (2006) wordt het beleid en de randvoorwaarden voor het beheer en onderhoud van alle waterkeringen beschreven, zowel aan de zeezijde als langs alle binnenwateren. Het beheerplan vormt een basis voor de meerjarenplanning en kostenraming van het onderhoud. Hierbij is de veiligheid van het achterland de eerste prioriteit, voor zover mogelijk wordt rekening gehouden met andere zaken.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in het Raamplan Bescherming tegen wateroverlast (2005) de aanpak van wateroverlast uitgewerkt, in het licht van klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. De planperiode beslaat 2005 tot 2015. Het raamplan richt zich op kleinschalige maatregelen in poldersystemen en niet in de boezemsystemen, en verder op het oplossen van problemen waar ze zich voordoen.

De Deelstroomgebiedsvisie Noorderkwartier (2002)richt zich met name op de kansen en knelpunten binnen het beheersgebied van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Daarnaast is in de deelstroomgebiedsvisie is voor het plangebied een strategie ontwikkeld om de knelpunten integraal en duurzaam aan te pakken. De trits vasthouden, bergen, afvoeren, het bieden van meer ruimte voor water en water alsmede ordenend principe, zijn hierbij de uitgangspunten.

Huidige situatie

Bodem en grondwater

Het plangebied ligt ten zuidwesten van Beverdijk en grenst aan de noordzeeduinen in het westen en het Noordzeekanaal c.q. het Noorderbuitenkanaal in het zuiden. De hoogte van het maaiveld varieert van circa NAP +10 m langs de duinen tot circa NAP +2,5 m in de zuiden van het plangebied. Het bedrijfsterrein is, met uitzondering van een klein gebied nabij de havens, afgewerkt op een gemiddelde hoogte van circa NAP +8 m. De bodem van het plangebied bestaat uit leemarm tot zwaklemig zand, van oorsprong behoort het gebied tot het duinmassief.

De grondwaterstand is sterk afhankelijk van de afstand tot het oppervlaktewater. De maximale grondwaterstand bedraagt circa NAP +6,2 m. Door Tata Steel IJmuiden BV wordt zout grondwater opgepompt en vervolgens gebruikt als koelwater. De provincie is het bevoegd gezag voor het diepe grondwater. Het zoute water wordt via het westelijk hoofdriool geloosd op het Noorderbuitenkanaal.

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied liggen de Staalhaven en het Hoogovenhavenkanaal. In beide havens zijn laad- en losmogelijkheden voor schepen. De Hoogovenhaven ligt buiten het sluizencomplex en is bereikbaar voor zeeschepen. Verder ligt in het zuidwesten van het plangebied het slibdepot de Averijhaven. Dit depot behoort niet tot de inrichting van Tata Steel IJmuiden BV en is in beheer bij Rijkswaterstaat. Langs de noordelijke plangrens bevindt zich een watergang (Westsloot en Broersesingel). Door middel van een stuw wordt het water in deze watergang op peil gehouden. De watergang wordt gevoed door drangwater, dit is kwelwater afkomstig van de hoger gelegen duinen. De hogere grondwaterstanden daar zorgen voor kweldruk in de lager gelegen aangrenzende gebieden.

Het binnenwater van het Noordzeekanaal en de Staalhaven wordt gehandhaafd op een peil van NAP -0,40 m. Het Noorderbuitenkanaal en de Hoogovenhaven staan in open verbinding met de Noordzee. Het waterpeil fluctueert enkele meters rond NAP en staat onder invloed van de getijdenwerking.

Waterkeringen

Ter plaatse van de Kooksfabriektweeweg, Bentz van de Bergweg en de Van Deldenweg bevindt zich een primaire waterkering. Aan de westzijde van het plangebied loopt de waterkering langs de Reijndersweg in noordelijk richting. Deze waterkering is onderdeel van dijkring 13 en voldoen aan de veiligheidsnorm van 1:10.000 jaar. De beheerder is het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

De verbinding tussen dijkringgebied 13 en dijkringgebied 14 loopt via het sluizencomplex van IJmuiden, ten zuiden van het plangebied. Vanaf de Kooksfabriektweeweg loopt het tracé via de Ingenhouszweg, Bleijenhoeveweg en de Nieuwe Tuinderslaan naar de Noordersluisweg. Deze waterkering is in beheer bij Rijkswaterstaat en maakt onderdeel uit van dijkring 44. Het bedrijfsterrein ten zuiden van de Kooksfabriektweeweg en de Ingenhouszweg ligt daarmee formeel buitendijks.

Riolering

Het rioolstelsel binnen het plangebied is privaatrechtelijk eigendom van Tata Steel IJmuiden BV . Tata Steel IJmuiden BV zorgt zelf voor de inzameling, het transport en de zuivering van haar eigen afvalwater. Het water wordt vervolgens geloosd in de Staalhaven.

Ten zuiden van de Zeestraat bevindt zich hoofdzakelijk een gemengd rioolstelsel. In toenemende mate wordt hemelwater echter losgekoppeld van de riolering. Ten noorden van de Zeestraat is een gescheiden stelsel aanwezig. De vijvers gelegen in Wijk aan Zee lozen hun wateroverschot eveneens op dit gescheiden stelsel. Het gescheiden stelsel mondt uit op de Konijnensloot. Vanuit het gemengd riool wordt via riooloverstorten bij hevige neerslag afvalwater geloosd op het oppervlaktewater.

De lozing van hoogovengascondensaat vindt plaats via de bedrijfsriolering van electriciteitsbedrijf NUON op het gemeentelijk rioolstelsel van de gemeente Velsen. Het betreft hierbij een lozing van ca. 10.000 m3/jaar. Van het gebied Business Park Ymond-Noord is circa 3 hectare aangesloten op een verbeterd gescheiden stelsel. Daarnaast is circa 9 ha. aangesloten op infiltratievoorzieningen.

Toekomstige situatie

In vrijwel het gehele plangebied vinden geen (nieuwe) ontwikkelingen plaats. Dit bestemmingsplan biedt daarom weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en –beheer te verbeteren. Mochten er in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden in het plangebied, dan is het van belang om de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer, zoals geformuleerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, daar waar mogelijk toe te passen. Ook dient het Hoogheemraadschap te worden betrokken bij ontwikkelingen in het plangebied, zodat het Hoogheemraadschap in staat wordt gesteld om een water- en rioleringsadvies te geven. Concreet is het belangrijk om bij eventuele ontwikkelingen duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen toe te passen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Daarnaast geniet het de voorkeur om een gescheiden rioolstelsel aan te leggen. Op deze manier wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Schoon hemelwater dient bij voorkeur te worden geïnfiltreerd in de bodem. Ook eventueel (licht) verontreinigde oppervlakken dienen bij voorkeur te worden afgekoppeld waarbij een lokaal zuiverende voorziening wordt toegepast.

Business Park Ymond-Noord

In het uiterste noorden van het plangebied ligt het Business Park Ymond-Noord. Dit deel van het plangebied zal in de toekomst worden ontwikkeld. Wanneer als gevolg van deze ontwikkelingen het verhard oppervlak toeneemt, dient dit gecompenseerd te worden door de aanleg van nieuw oppervlaktewater. Een richtlijn voor deze compensatie is 10% van de toename aan verharding. Daarnaast dienen dempingen van bestaand water voor 100% gecompenseerd te worden

Bij nieuwbouw dienen duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen gebruikt te worden (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), op deze manier wordt diffuse verontreiniging van water en bodem voorkomen.

Bij nieuwbouw dient de 'Beslisboom aan- en afkoppelen' te worden gevolgd. Het is namelijk van belang om afstromend hemelwater van schone oppervlakken te scheiden van afvalwater en af te voeren naar een infiltratievoorziening of het oppervlaktewater. Op deze manier wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie.

In 2004 is een uitgebreide waterparagraaf opgesteld voor het Business Park Ymond-Noord. De procedure van het betreffende bestemmingsplan is echter nooit afgerond. De waterparagraaf uit 2004 is voor de volledigheid toegevoegd in bijlage 6. De informatie in de betreffende waterparagraaf is niet langer actueel, de aanleg van de zogenaamde Tussensloot wordt namelijk niet uitgevoerd.

De uitgangspunten en randvoorwaarden uit deze waterparagraaf zijn wel nog immer van toepassing indien het Noordgebied in ontwikkeling wordt genomen. Het Hoogheemraadschap zal actief betrokken worden bij de invulling van het Noordgebied.

Beheer en onderhoud

In zijn algemeenheid geldt dat voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem bij het hoogheemraadschap vergunning dient te worden aangevraagd op grond van de Keur (ex artikel 77 en 80 van de Waterschapswet). Ook voor werkzaamheden binnen de kern- of beschermingszone (keurzone) van waterkeringen dient een vergunning te worden aangevraagd op grond van de Keur.

Water en waterkeringen in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan worden watergangen bestemd als “Water”. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming "Waterstaat-Waterkering" toebedeeld gekregen.