direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Volkstuinen De Biezen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt het facetbestemmingsplan Volkstuinen De Biezen.Dit bestemmingsplan is een
thematische herziening van een bestemmingsplan De Biezen, welk plan door de
gemeenteraad op 6 juni 2013 is vastgesteld en op 30 augustus 2013 onherroepelijk in
werking is getreden. Het onderwerp/thema waarop dit facetbestemmingsplan betrekking
heeft, zijn de volktuinen(complexen) die in dit gebied liggen.

1.1 Aanleiding en doelstelling

De gemeente beoogt met dit bestemmingsplan de indertijd verrommelde situatie op de vijf
volkstuincomplexen in het gebied ‘De Biezen’ tegengaan en de terreinen ordentelijk in te
richten, waarmee bescherming wordt geboden aan het bestaande landschap. De huidige
bestemmingsplanregeling uit 2013 sluit onvoldoende aan op het feitelijke gebruik van de
gronden op de complexen en biedt onvoldoende houvast om grip en regie op zich
voordoende ruimtelijke ontwikkelingen.


In het voorliggende bestemmingsplan is het gebruik van de volkstuinen en de hierop
gelegen bebouwing binnen nader te stellen grenzen gelegaliseerd en is een ruimtelijk kader geformuleerd voor toekomstige planinitiatieven om de bijzondere landschappelijke waarden van het gebied te behouden en waar mogelijk te versterken. Het toetsingskader voorziet in
(stedenbouwkundige) richtlijnen en randvoorwaarden welke aan de basis van de
planontwikkeling hebben gestaan.

1.2 Ligging plangebied

De volkstuinencomplexen worden aan de westzijde begrensd door de Hagelingerweg, aan de oostzijde door de Rijksweg, aan de noordzijde door de spoorbaan Haarlem-Beverwijk en aan de zuidzijde door de Santpoortse Dreef.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0001.jpg"

Afbeelding 1: begrenzing plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0002.jpg"

Afbeelding 2: situering volkstuincomplexen

Het facetbestemmingsplan heeft betrekking op de volgende 5 volkstuinen- complexen/deelgebieden:
1. Biezenweg 83

2. Spekkewegje 2

3. Groenelaantje 7

4. Groenelaantje 10

5. Groenelaantje 6

1.3 Inrichting volkstuincomplexen en eigendomsituatie

De moestuintjes aan de Biezenweg 83 worden door de gemeente verhuurd aan de vereniging Volkstuinenvereniging IJmond. Het adres bestaat uit 19 kavels.


De complexen Spekkewegje 2, Groenelaantje 7 en Groenelaantje 10 zijn eigendom van de Gemeente Velsen. De gronden zijn verhuurd aan volkstuinverenigingen ATV De Hofgeest (Spekkenwegje 2) en VTV IJmond (Groenelaantje 7 en 10). Op de complexen van VTV IJmond zijn circa 144 tuinen aanwezig. Het complex van ATV De Hofgeest kent circa 130 tuinen.

Het complex Groenelaantje 6 is opgedeeld in 32 kadastrale percelen, die in particulier eigendom zijn. Er zijn 14 verschillende grondeigenaren.

In paragraaf 3.1 wordt nader ingegaan op het gebruik en de eigendomsituatie op de complexen.

1.4 Leeswijzer

Het voorliggende facetbestemmingsplan dient in combinatie met het bestemmingsplan "De Biezen'' te worden gelezen. De regels en de verbeelding uit dit laatste bestemmingsplan blijven daarom, ook na de herziening, van kracht. In de onderstaande tabel wordt aangegeven welke regels uit welk plan van toepassing zijn:

Artikel   Bestemmingsomschrijving   Volkstuinen De Biezen   Bestemmingsplan De Biezen 2013  
       
Artikel 1   Begrippen   X   X  
Artikel 2   Wijze van meten     X  
Artikel 3   Recreatie 1 Volkstuinen   X    
Artikel 4   Recreatie 2 –Volkstuinen   X    
Artikel 5   Leiding –Gas   X    
Artikel 6   Waarde –Archeologie   X    
Artikel 7   Waarde-Geomorfologie   X    
Artikel 8   Waterstaat-Waterkering   X    
Artikel 9   Overgangs-en slotregels   X    
Artikel 10   Slotregel   X    
Artikel 25   Antidubbeltelbepaling     X  
Artikel 26   Algemene bouwregels     X  
Artikel 27   Algemene gebruiksregels     X  
Artikel 29   Algemene afwijkingsregels     X  
Artikel 30   Algemene wijzigingsregels     X  
Artikel 31   Samenloop dubbelbestemmingen     X  
Artikel 32   Algemene procedureregels     X  
Artikel 33   Strafbepaling      

Hoofdstuk 2 Het plangebied

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk is de bestaande situatie van het plangebied beschreven. Er wordt ingegaan op de positie van het plangebied ten opzichte van de omgeving, de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied.

2.2 Ligging en ontstaansgeschiedenis plangebied

De 5 volkstuinencomplexen bevinden zich in het gebied 'De Biezen'. De Biezen is onderdeel van de Kennemerzoom, een landschap van strandvlakten en strandwallen. Het landschap is in de loop van de tijd sterk verstedelijkt. Dit heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de Biezen. De Biezen ligt op een door duinzand overstoven strandvlakte. Van oorsprong lagen rond de Biezenweg verschillende landhuizen in een bosgebied. Het gebied werd door twee beken (duinrellen) evenwijdig aan de Biezenweg ontwaterd. Rond deze beken lagen grotere graslandpercelen. Tussen 1850 en 1900 zijn de landhuizen voor het grootste deel verdwenen en is het bos omgezet in tuinbouwgrond. Hierbij werd - om dichter bij het grondwater te komen - het bovenste laag zand afgegraven en verkocht. De bestaande wegen zijn niet afgegraven en liggen nog hoog in het landschap. De door Zocher in die tijd ontworpen begraafplaats 'De Biezen' is opgehoogd en ligt ook hoog in het landschap. De begraafplaats neemt in het gebied een belangrijke plaats in. Aan de begraafplaats zijn cultuurhistorische waarden toegekend. Tussen 1900 en 1950 is op enkele graslandjes na het hele gebied in gebruik als tuinbouwgrond. Het landschap bestaat uit een aaneenschakeling van kleine veldjes omringd door hagen. Aan de randen van het plangebied breiden Driehuis en Santpoort-Noord zich in deze periode uit. Tussen 1950 en 1975 is de Velsertunnel aangelegd en is de oude Rijksstraatweg opgewaardeerd tot een snelweg (A208). Naast de tunnel voor auto's komt er ook een tunnel voor het treinverkeer. De verbinding tussen de bestaande spoorlijn Haarlem-Alkmaar buigt ter plaatse van het plangebied af naar de nieuwe Velsertunnel. Hierbij volgt het tracé van de spoorbaan voor een groot deel de oude loop van een van genoemde beken. De Hagelingerweg kruist het spoor met een onderdoorgang. De oorspronkelijke beek is hierdoor niet meer herkenbaar en is gereduceerd tot een bermsloot. De Biezen is voor het grootste deel nog agrarisch maar de van oorsprong kleine veldjes zijn aan elkaar geschakeld tot grotere aaneengesloten percelen. Hierbij zijn de kenmerkende hagen voor het grootste deel verdwenen. Naast de schaalvergroting worden in deze tijd de eerste volkstuinencomplexen aangelegd. Tussen 1975 en 2005 is Velserbroek gerealiseerd. Deze nieuwe woonwijk wordt door een afrit ter plaatse van de Santpoortse Dreef ontsloten. Onder invloed van de verstedelijkingsdruk verandert het gebied van functie. In het van oorsprong agrarische landschap komen nieuwe groene en groen gerelateerde functies als tuincentra, volkstuinen, paardenweitjes, maneges en een sportterrein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0003.jpg"

Afbeelding 3: historische kaarten.

Vanuit de lucht ziet het gebied er als volgt uit:

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0004.png"

Afbeelding 4: luchtfoto plangebied

2.3 Toepasselijk beleid en kader met regels

Hieronder wordt ingegaan op enkele voor het gebied belangrijke beleidsstukken: het landschapsbeleidsplan en het parkeerbeleid. Ook wordt kort ingegaan op het huidige kader met regels. Deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan, de huurovereenkomsten en het reglement zoals wordt gehanteerd door vereniging VTV IJmond.

2.3.1 Het groenstructuurplan (vastgesteld door de raad in juli 2019)

Met voorliggend groenstructuurplan zijn de vroegere groene beleidskaders gebundeld en geeft de gemeente Velsen richting aan de gewenste en noodzakelijke ontwikkeling van het landschap en de groene ruimte binnen haar grondgebied. Het vormt de uitwerking van de groene thema's uit het Collegeprogramma 'Velsen komt naar je toe!' waarin de gemeente wil investeren in een groenere gemeente die zich aanpast aan de gevolgen van klimaatverandering.


Het groenstructuurplan bestaat uit twee delen; een Visie en een uitvoeringsplan. In de visie wordt de groenstructuur beschreven zoals deze vandaag de dag aanwezig is en formuleert de kenmerken en kwaliteiten daarvan. Daarnaast formuleert zij een duidelijke ambitie: welke groenstructuur willen we in de gemeente Velsen creëren en wat moet deze groenstructuur voor Velsen en het klimaat doen


Het uitvoeringsplan (deel B) bevat het pakket aan maatregelen omvat, om de in het groenstructuurplan opgenomen doelstellingen daadwerkelijk te realiseren.


De groenstructuurvisie gaat uit van de volgende speerpunten:

  • Het versterken van de beleving van Velsense landschappen, zowel binnen als buiten stedelijk gebied;
  • Het zo goed mogelijk waarborgen van een groene leefomgeving binnen het stedelijk gebied;
  • Het verhogen van de ecologische waarde van de groenstructuur;
  • Het benutten van de groenstructuur bij het realiseren van een klimaatadaptieve gemeente.

Gevolgen van het Groenstructuurplan voor De Biezen

Het hoofddoel van het voorliggende bestemmingsplan is het behoud en de versterking van de landschappelijke waarden en het in stand houden van het recreatief medegebruik van het gebied. De volkstuinencomplexen zijn gelegen in het gebied tussen Driehuis en Santpoort Noord. Hoewel doorsneden door infrastructuur, vormt dit gebied een robuuste groene schakel tussen Spaarnwoude, de landgoederen ten oosten van Velsen-Zuid en Driehuis en de flank van het duingebied. In deze zone wordt ingezet op landschapsbouw, waarbinnen het zoveel mogelijk behouden van de landschapskenmerken en het (ecologisch) versterken van het landschap centraal staan. Deze landschapsbouw vindt plaats door in dit gebied een duidelijk en herkenbaar landschappelijk raamwerk te creëren, bestaande uit droge en natte elementen zoals houtwallen, hagen, beekoevers of poelen.


Het groene raamwerk fungeert tevens als groene buffer tussen de afzonderlijke dorpen. Deze buffer draagt in belangrijke mate bij aan de herkenbaarheid en eigenheid van deze dorpen en het onderliggende landschap. Dit is een kwaliteit die behouden dient te blijven; verdere verstedelijking dient in deze gebieden dan ook te worden voorkomen. De genoemde verbindingen bieden verder alle kansen tot het versterken van de ecologische relaties tussen de robuuste gebieden aan weerszijden, waarbij de zone tussen Driehuis en Santpoort-noord de beste ruimtelijke aanknopingspunten biedt.

2.3.2 Parkeerbeleid

De gemeente Velsen hanteert vastgestelde parkeernormen. Bij volkstuinen geldt een huidige parkeernorm van 1,3 per 10 tuinen. Ook wanneer het grondgebruik van een perceel conform het bestemmingsplan plaatsvindt, zal er altijd voldaan moeten worden aan de parkeernormen. Juridisch is dit geregeld via het Parkeernormenbeleid van de gemeente Velsen. Wanneer een nieuwe volkstuin in gebruik genomen wordt (bijvoorbeeld bij splitsing), al dan niet in combinatie met de aanvraag voor een omgevingsvergunning, zal er gekeken moeten worden, of wordt er getoetst, of er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is. Als dit niet het geval is zal de volkstuin niet in gebruik genomen mogen worden.

2.3.3 Huidig bestemmingsplan

De volkstuincomplexen liggen in een gebied waar het bestemmingsplan De Biezen geldt, IDN: NL.IMRO.0453.BP1400DEBIEZEN1-R001. Dit bestemmingsplan is door de raad vastgesteld in 2013.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0005.png"

Figuur 5: plangrens bestemmingsplan 'De Biezen'uit 2013

Sinds 1993 is in de opeenvolgende bestemmingsplannen voor het gebied De Biezen de volgende regeling van kracht:

  • per tuin van minimaal 200 m2 mag maximaal 1 dagverblijf en 1 plantenkas worden gebouwd;
  • de maximale bouwhoogte van een dagverblijf of plantenkas is 3,5 meter;
  • de maximale goothoogte van een dagverblijf of plantenkas is 3,0 meter
  • de maximum oppervlakte van een dagverblijf is 16,0 m2;
  • de maximum oppervlakte van een plantenkas is 18,0 m2.

In het geldende bestemmingsplan 'De Biezen' is deze regeling opgenomen in de bestemming 'Recreatie-1 Volkstuinen'. Uitzondering op het bovenstaande is de regeling voor het adres Biezenweg 83. Het betreft hier volkstuinen die onder een andere bestemming, 'Recreatie-2 Volkstuinen', vallen dan de overige complexen. Binnen de bestemming 'Recreatie-2 Volkstuinen' is de bouw van dagverblijven niet toegestaan, wel toegestaan zijn plantenkassen met een maximale oppervlakte van 18 m2. In het bestemmingsplan is in artikel 29 van de regels een algemene afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het College van burgemeester en wethouders om per omgevingsvergunning maximaal 10% af te wijken van de in de regels genoemde maten en afmetingen. In de praktijk is hier al meerdere malen van gebruik gemaakt om bijvoorbeeld de bouw van een dagverblijf mogelijk te maken op een tuin van 180 m2 (200 min 10%).

2.3.4 Huurovereenkomsten

Medio 2011 is tussen volkstuinvereniging IJmond (VTV IJmond) en de gemeente Velsen een huurovereenkomst gesloten. Voor amateurtuindersvereniging De Hofgeest (ATV de Hofgeest) en de gemeente is dit eveneens het geval.

2.3.4.1 Reglement volkstuinenvereniging IJmond

De Volkstuinvereniging hanteert voor zijn leden onder andere het 'tuinbouwreglement 2018'. Hierin zijn enkele regels opgenomen die relevant zijn ten aanzien van grondgebruik en bebouwing. De vereniging eist dat minstens een derde van de tuin gebruikt moet worden voor nutsplanten (eetbare planten). Verder hanteert men de regel dat tuinhuisjes maximaal 24 m2 (inclusief bergruimte) groot mogen zijn, in combinatie met maximale maatvoeringen voor breedte (6,0 meter) en diepte (4,5 meter). Verder hanteert men een maximale nokhoogte van 2,8 meter en goothoogte van 2,3 meter. Ook voor dakoverstekken is een maximale maatvoering bepaald. Voor kassen geldt een maximale oppervlakte van 12 m2 en maximale hoogte van 2,6 meter. Bij tuinhuisjes niet groter dan 20 m2 staat is de bouw van separate bergingen toegestaan. Daarnaast gelden er diverse regels voor losse bouwwerken, die veelal vergunningsvrij gebouwd kunnen worden. De door de vereniging gehanteerde regels komen niet overeen met de regels die de gemeente hanteert in het huidige bestemmingsplan. Voor de bouw van dagverblijven hanteert men een ruimere regeling qua toegestane oppervlakte. Voor de bouw van kassen biedt men minder ruimte dan het huidige bestemmingsplan geeft. Hieronder wordt een schematische vergelijking gegeven:

Onderwerp   Reglement VTV IJmond   Huidig bestemmingsplan  
Minimale omvang tuin waarop bebouwing is toegestaan   -   200 m2
 
Dagverblijven
- maximale oppervlakte
- maximale nokhoogte
- maximale goothoogte  

24 m2
2,80 meter
2,30 meter  

16 m2
3,5 m
3 meter  
Kassen
- maximale oppervlakte
- maximale nokhoogte
- maximale goothoogte  

12 m2
2,6 meter
-  

18 m2
3,5 meter
3 meter  
Losse bergingen
- maximale oppervlakte
- maximale bouwhoogte
 

4 m2
2,30 meter  
Niet toegestaan, tenzij
vergunningsvrij: 2 m2 en
max. 1 meter hoog.  

Hoofdstuk 3 Analyse huidig grondgebruik

In dit hoofdstuk wordt eerst een omschrijving gegeven van de huidige situatie binnen het plangebied en vervolgens puntsgewijs de ontwikkelingen die daarbinnen spelen.

3.1 Inventarisatie

In 2017 en 2018 zijn door een inspecteur van het cluster Toezicht & Handhaving op bijna alle complexen inspecties/controles uitgevoerd. Bij deze controles is geïnventariseerd voor welke doeleinden de volkstuinen wordt gebruikt en is de oppervlakte en omvang van de aanwezige bebouwing ingemeten en in beeld gebracht. De resultaten van de inspecties zijn vastgelegd in inspectierapporten.

Op basis van de veldinventarisatie is nagegaan of /in welke mate het feitelijke gebruik van de volkstuinenkavels in overeenstemming is met de bestemming en met het toegestane gebruik. Onderstaand worden de conclusies uit de inventarisatie kort samengevat.

 

Gebruik van de grond

De complexen van de tuinverenigingen worden conform het geldende bestemmingsplan als volkstuin gebruikt. Dit laatste geldt niet voor het complex Groenelaantje 6. Hier was medio 2017 slechts ongeveer een kwart van de percelen daadwerkelijk in gebruik als volkstuin. Het grootste deel was toentertijd in gebruik voor andere doeleinden aan gebruik als groen (begroeid met struiken), paardenhouderijen en opslag (van o.a. autowrakken). Zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.BP1403BIEZENVOLKS1-R001_0006.png"

Figuur 6: Gebruik Groenelaantje 6

Bebouwing

Op alle complexen, behalve Biezenweg 83, zijn op veel volkstuinen de maximale bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan overschreden. Dit betreft vooral de omvang van dagverblijven, maar ook de aard van de bebouwing, zoals paardenstallen en bergingen.

Het aantal dagverblijven dat groter is dan 27,5 m2 , is zeer beperkt Op Groenelaantje 7 en 10 betreft dit slechts één dagverblijf, op Spekkenwegje 2 enkele. Ook is er in een enkel geval bebouwing aanwezig op een te klein perceel (<200 m2). Ten aanzien van kassen zijn geen overtredingen aangetroffen.

Luifels e.a.
Op de complexen Groenelaantje 7, 10 en Spekkenwegje 2 is in totaal bij 42 dagverblijven een dakoverstek, luifel of overkapping aanwezig is die de maximale toegelaten maatvoering (1 meter dakoverstek) overschrijdt. De omvang van deze overschrijdingen varieert.

Situatie complex Groenelaantje 6

Dit complex is in ruimtelijk opzicht een geval apart. Het complex is in particulier eigendom en is gesplitst in meerdere kadastrale percelen. Slechts een beperkt aantal van deze percelen zijn in eigendom verworven vóór 1993 (het jaar waarin de huidige bouw- en gebruiksregels voor het eerst zijn vastgesteld door de gemeenteraad). De eigendomssituatie is versnipperd, waardoor percelen niet overal op een logische wijze aan elkaar zijn verbonden.

3.2 Uitgangspunten van de nieuwe bestemmingsregeling

In deze paragraaf worden aan de hand van de in de vorige paragraaf geschetste bevindingen per complex de uitgangspunten beschreven die hebben geleid tot de voorliggende planologische regeling.

3.2.1 Algemeen

Algemeen geldt dat in het kader van het gevoerde handhavingstraject op de complexen Biezenweg 83, Groenelaantje 7 en 10 en Spekkenwegje 2 op grond van het geldende bestemmingsplan geen significante overtredingen geconstateerd zijn. Het voeren van nadere regie vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening op deze complex is niet nodig omdat de grond in eigendom is van de gemeente en anderzijds omdat de na te streven –algemene- doelstellingen om de openheid en kleinschaligheid van het gebied te waarborgen, voldoende zijn afgedekt in de bestaande huurovereenkomst.

Op het complex Groenelaantje 6 ligt deze situatie wezenlijk anders. De gronden zijn op dit complex in handen van particulieren en het gebruik en beheer op dit terrein is niet georganiseerd. Daarom is ervoor gekozen nadere planologische maatregelen te nemen om grip en regie te houden op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van dit complex.

3.2.2 Planologische maatregelen

Het bestemmingplan De Biezen uit 2013 is in de voorliggende thematische herziening op de volgende punten aangepast:

3.2.2.1 Algemeen
  • De naam van de bestemming Recreatie 1 en 2 is specifieker gemaakt door de aanduiding ''Volkstuinen'' er aan toe te voegen.
  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen het begrip ''volkstuinkavel' en de aanduiding ''samengevoegde volkstuinkavel''. De laatstgenoemde aanduiding is overigens uitsluitend van toepassing op het complex Groene laantje 6. Van een ''samengevoegde volkstuinkavel'' is sprake als een particuliere eigenaar meerdere kadastrale kavels in eigendom heeft. Deze kavels zijn bij elkaar gevoegd. Het maakt het niet uit waar de kavels liggen of hoe groot deze zijn. Beide bestemmingstypen hebben dezelfde bouw- gebruiksrechten.
  • Het splitsen en het samenvoegen van een volkstuinkavel is mogelijk gemaakt. Voldaan moet worden aan het parkeernormen beleid. De nieuwe eigenaar krijgt na splitsing of samenvoeging dezelfde bouw- en gebruiksrechten als de andere eigenaren.
  • De bestemmingsregeling is verduidelijkt en is aangescherpt. Er is een aantal begripsomschrijvingen toegevoegd, onder andere voor volkstuinencomplexen, (samengevoegde) volkstuinkavel, dagverblijven, luifels, dakoverstekken en afdaken.
  • Overgangsrechtregeling voor specifieke situaties. Ten behoeve van enkele bestaande planologisch strijdige situaties, waar de gebruiker van het perceel door verjaring of rechten heeft verworven, zijn overgangsrechtregelingen opgenomen.

3.2.2.2 Dagverblijven (alleen voor RVT-1)
  • De maximale omvang van een dagverblijf binnen de bestemming Recreatie Volkstuinen 1 en 2 is verruimd van 16 m² naar 25 m². Dit sluit goed aan bij de door de vereniging VTV IJmond gehanteerde regels. Deze oppervlakte is exclusief overkappingen, zoals luifels, dakoverstekken en afdaken;
  • Het bouwvlak voor een dagverblijf (25 m². ) mag tevens worden gebruikt voor het plaatsen van een berging (waaronder mede wordt verstaan een zogn. staande gereedschapskist);
  • Permanente bewoning van de dagverblijven is niet toegestaan.

3.2.2.3 Luifels, dakoverstekken en afdaken
  • Luifels, dakoverstekken en overkappingen/afdaken mogen over 1 zijde van het gebouw een maximale breedte van 1,50 meter hebben. Dit is een verruiming ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan waarin een breedte van 1,0 meter geldt.
  • Indien een dagverblijf kleiner is dat 25 m2, kan de luifel ,dakoverstek of afdak worden vergroot tot ten hoogste de maximaal toegestane oppervlakte van het dagverblijf is bereikt. Bijvoorbeeld: een bestaand dagverblijf is 4 * 4 meter+ 16. De onbenutte bouwruimte mag dan worden ingevuld met een luifel (tot max. 25 m² )

3.2.2.4 Bergingen
  • Bergingen zijn alleen toegestaan binnen de toegelaten oppervlakte van een dagverblijf. Indien een volkstuinkavel kleiner is dan 200 m2 (en dus geen dagverblijf is toegestaan) mag een losse berging op de kavel worden gebouwd. Deze berging mag een maximum oppervlakte van 1 m2 hebben en maximaal 2 meter hoog zijn.
  • De berging/schuilgelegenheid aan Biezenweg 83, die dienst doet als gezamenlijk gebouw voor de leden, is positief bestemd door het opnemen van een bouwvlak. Het legaliseren van dit gebouwtje helpt de bouw van losse bergingen en schuilhutten te voorkomen (wat op dit complex niet is toegestaan).

Aanvullend op het vorenstaande geldt voor het complex Groenelaantje 6 het volgende:

  • 1. Om het open, groene beeld op dit complex te behouden zijn de volgende maatregelen opgenomen in het bestemmingsplan:

  • Gebouwen (zoals dagverblijven, bergingen en plantenkassen) mogen alleen worden opgericht binnen een specifiek aangeduide bebouwingszone. Door de toegevoegde bebouwing in een lijn te plaatsen, wordt de openheid zoveel mogelijk geborgd.
  • Aan de wegzijde van dit complex is een bebouwingsvrije zone opgenomen van 7 meter. Dit is de afstand van bebouwing tot het wegprofiel die ook bij de andere complexen gehanteerd wordt. Door deze maatregelen wordt het complex passend in het landschap ingebed.
  • Op de kavelgrenzen zijn geen bouwkundige erfafscheidingen hoger dan 1 meter toegestaan. De scheidingen kunnen wel door natuurlijke hagen vormgegeven worden. De uitstraling van het complex aan de zijde van het Groenelaantje is niet passend in de ambitie van het landschapsbeleidsplan en het groenstructuurplan. De wens is de bouwkundige erfafscheidingen (hoger dan 1 meter) te verwijderen en te vervangen door hagen. Vanuit veiligheidsoverwegingen is een uitzondering is gemaakt voor de bestaande terreinafscheiding van 2 meter hoog welke de afsluiting/ toegang vormt tot een complex; deze mag worden gehandhaafd. Wat betreft de groene strook/haag langs het Groenelaantje wordt opgemerkt dat deze in de huidige situatie niet in het bestemmingsplan is opgenomen. De aanleg van een dergelijke groene afscherming is weliswaar gewenst vanuit landschappelijk oogpunt, maar kan slechts door de grondeigenaren op vrijwillige basis mogelijk worden gemaakt.

  • 2. Binnen de aanduiding 'samengevoegde volkstuinkavel' is de bouw van nieuwe berging mogelijk gemaakt. Omdat de percelen sterk in grootte verschillen is de grootte van de berging gekoppeld aan de grootte van het eigendom. De oppervlakte van de berging mag 5% van de tuinoppervlakte die de 200 m2 overstijgt bedragen. Zo wordt bij een tuin van 500 m2 een berging met een maximale grootte van 15 m2 toegestaan. Boven de 500 m2 kan de grootte van de berging niet verder toenemen. Op deze manier is de maximale grootte van dagverblijf en berging tezamen 40 m2.

3.3 Houden van paarden

Op een aantal volkstuinen op het complex Groenelaantje 6 zij in het verleden paarden gehouden en zijn bijbehorende voorzieningen gebouwd. In beginsel verdraagt deze functie zich niet met de aard en het gebruik van grond als volkstuin. De gemeente wenst dat de volkstuinen hun authentieke karakter behouden.

Om deze reden is beleidsuitgangspunt om paarden te weren uit het plangebied en te voorkomen dat er voor deze functie voorzieningen worden opgericht. Bestaande situaties die bestaande recht hebben verkregen, mogen op grond van een persoonlijk overgangsrechtregeling worden voorgezet, mits de activiteiten naar aard en omvang niet vergroot, worden voortgezet. Dit overgangsrecht geldt tot het moment van overlijden of bij verkoop. Zodra het gebruik als paardenhouderij door de bestaande gebruiker wordt beëindigd vervalt het recht op dit gebruik. Dit recht is niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Facetbestemmingsplan

Het bestemmingsplan 'Volkstuinen de Biezen' is een zogenaamd facetbestemmingsplan. In dit plan wordt de geldende bestemmingsregeling, die in het bestemmingsplan 'de Biezen'' uit 2013 is gegeven aan de vijf volkstuinencomplexen gedeeltelijk herzien. Het voorliggende bestemmingsplan dient in combinatie met het bestemmingsplan 'de Biezen' te worden gelezen. De regels en de verbeelding uit dit laatste bestemmingsplan blijven daarom, ook na de herziening, van kracht.

4.2 Algemeen

Het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de planregels.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van deze gronden, regels over de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken.

De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels evenals de functie van visualisering van de bestemmingen.

De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de planvorm, de systematiek en leeswijzer bij de regels en ten slotte de handhaafbaarheid.

4.3 Wettelijke standaard

De structuur van facetbestemmingsplan 'Volkstuinen de Biezen ' voldoet conform artikel 3.3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aan de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen' (SVBP2012). Dit houdt in dat de verschijningsvorm van een bestemmingsplan en een aantal begrippen zijn gestandaardiseerd. Het bestemmingsplan bestaat formeel uit twee juridische onderdelen:

  • Een verbeelding. De verbeelding is opgebouwd volgens de landelijke richtlijn SVBP2012 en is getekend op schaal 1:1000. Het deelgebied 'locatie Groenelaantje 6' is weergegeven op schaal 1:500. Het betreft een digitaal GML-bestand met een specifiek nummer, in dit geval NL.IMRO.0453.BPBIEZENVOLKS-R01;
  • Regels; deze regels zijn in de SVBP2012 zoveel mogelijk gestandaardiseerd (o.a. volgorde, indeling, benaming, begripsbepalingen, overgangsbepalingen en de slotbepaling).

4.4 Toelichting planopzet

4.4.1 Verbeelding en renvooi

Digitaal

Nieuwe bestemmingsplannen worden digitaal beschikbaar gesteld, zodat ze via Internet te bekijken zijn. Dit is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Op de gemeentelijke website of op ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan "doorverwezen".

Analoog 

Ondergrond

De ondergrond van de verbeelding voor de complexen Biezenweg 83,Spekkewegje 2, Groenelaantje 7,Groenelaantje 10 is gebaseerd op inrichtingstekeningen met daarop kavelindelingen die door de volkstuinenverenigingen zijn opgesteld. Deze tekeningen zijn geverifieerd op grond van de BAG en actuele luchtfoto's (d.d. januari 2019).

De verbeelding voor de locatie Groenelaantje 6 is gebaseerd op de actuele kadastrale situatie (oktober 2019).

Bestemmingen

De bestemmingen zijn in dit bestemmingsplan met een hoofdletter (bijvoorbeeld RVT-1) aangeduid. De "bestemmingen" corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels). In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk.

Aanduidingen en renvooi (analoog plan)

De beoogde goot- en bouwhoogte zijn in de regels vertaald. De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters, bijvoorbeeld (vt) ) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en wat betreft de aanduidingen opgesplitst in bouwaanduidingen, bouwvlak en maatvoeringsaanduidingen. 

Leeswijzer

Voor een beoordeling van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient daarom de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik van en bebouwing op een perceel.

4.4.2 Regels

De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, bepalingen over de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in hoofdstukken.

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels.
  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels.
  • Hoofdstuk 3 Algemene regels.
  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van de regels.

Begrippen 

De begrippen geven een nadere uitleg van een aantal in de regels gehanteerde begrippen. Hierdoor wordt de eenduidigheid en daarmee de rechtszekerheid vergroot.

Wijze van meten

Dit artikel bevat bepalingen die aangeven op welke wijze bepaalde zaken, zoals oppervlakte en inhoud van gebouwen, dienen te worden gemeten.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (algemeen) 

Algemeen

Opbouw bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bevat regels waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd evenals een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2012.

Bestemmingsomschrijving 

In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in: de functies die binnen de bestemming "als recht" zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste "toetssteen" voor gebruiksvormen en ook voor bouwactiviteiten (past het beoogde gebruik van gronden / gebouw binnen de bestemming). Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving.

Bouwregels 

Hierbinnen zijn de bouwregels die van toepassing zijn beschreven.

Afwijken van de gebruiksregels

De bevoegdheid tot het afwijken van de gebruiksregels zijn in dit deel van de regels

opgenomen.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 

Voor zover nodig zijn hierin de regels voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.

Bouwvlakken

In de bouwregels is onderscheid gemaakt tussen bouwen binnen het bouwvlak en het bouwen buiten het bouwvlak. Door dit onderscheid is op eenvoudige wijze snel inzichtelijk welke bouwwerken, waar gebouwd mogen worden.

Hoofdstuk 3 (regels per bestemming)

Artikelen 3 Recreatie 1 Volkstuinen (RVT-1) 

De bestemming RVT-1 1is gegeven aan de volgende deelgebieden/locaties:

  • Spekkewegje 2
  • Groenelaantje 6
  • Groenelaantje 7
  • Groenelaantje 10

Binnen deze bestemming is de bouw van dagverblijven en bergingen onder specifieke voorwaarden toegestaan, ook zijn toegestaan zijn plantenkassen met een maximale oppervlakte van 18 m². Overkappingen zijn toegestaan aan 1 zijde van een dagverblijf tot een diepte van 1,5 meter.

Het bestaande clubgebouw is toegestaan en mag een maximale goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 3 en 5 meter.

Indien een volkstuinkavel kleiner is dan 200 m2 mag een losse berging op de kavel worden gebouwd. Deze berging mag een maximum oppervlakte van 1 m2 hebben en maximaal 2 meter hoog zijn.

Artikel 4 Recreatie 2 – Volkstuinen (RVT-2)

Deze bestemming geldt specifiek geldt specifiek voor het complex Biezenweg 83.

Binnen deze bestemming is de bouw van dagverblijven en bergingen niet toegestaan, wel toegestaan zijn plantenkassen met een maximale oppervlakte van 18 m².

Het bestaande clubgebouw is toegestaan en mag een maximale goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 3 en 5 meter.

Indien een volkstuinkavel kleiner is dan 200 m2 mag een losse berging op de kavel worden gebouwd. Deze berging mag een maximum oppervlakte van 1 m2 hebben en maximaal 2 meter hoog zijn.

Artikel 5 Leiding –Gas

Het plangebied is gelegen in het invloedsgebied van een aardgasleiding. Voor deze bron geldt dat het groepsrisico (ver) onder de oriëntatiewaarde ligt. Binnen dit gebied zijn

ontwikkelingen mogelijk, mits goed verantwoord.

Artikel 6 Waarde – Archeologie

Voor het behoud van de archeologische waarden in het gebied is een dubbelbestemming Waarde-archeologie opgenomen. Deze dubbelbestemming geldt primair ten opzichte van de andere aan de gronden gegeven bestemmingen.

Bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden van bepaalde omvang wordt een archeologisch rapport verlangd. Verder is bij voorkomende werken en werkzaamheden een omgevings-vergunning (aanlegvergunning) vereist voor:

  • de uitvoering van ondergrondse werken,
  • het verlagen van het waterpeil en/of
  • voor het aanleggen of rooien van bos

Bij de vergunningaanvraag moet door de initiatiefnemer een rapport worden ingediend en wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

Artikel 7 Waarde- Geomorfologie

Een groot deel van het plangebied maakt deel uit van het provinciaal aardkundig monument

'Kennemerduinen, Duin en Kruidberg en Amsterdamse Waterleidingduinen'

Het beschermen van aardkundige waarden is een van de speerpunten van het provinciale landschaps- en bodembeschermingsbeleid in Noord-Holland. In de Provinciale Milieuverordening worden de gebruiksbeperkingen aangegeven voor de aardkundige monumenten (waaronder het zonder ontheffing betreden met zware vervoermiddelen, ontgronden, egaliseren en afgraven voor commerciële doeleinden, storten en graven).

In het bestemmingsplan is ten behoeve van het monument de dubbelbestemming Waarde -Geomorfologie opgenomen.

Artikel 8 Waterstaat-Waterkering

In het plangebied is een waterkering aanwezig. Zij heeft de dubbelbestemming 'Waterstaat/Waterkering'. Dat betekent dat de bestemming geldt, naast de andere bestemmingen die aan de gronden zijn gegeven. De regels die gelden voor deze dubbelbestemming gaan voor die van de andere bestemmingen. Op en in de tot 'Waterstaat/Waterkering' bestemde gronden mogen uitsluitend waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht die noodzakelijk zijn in verband met de waterhuishouding.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet. Deze regels zijn opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen.

Artikel 10 Slotregel 

Dit artikel ten slotte geeft aan de naam waaronder het bestemmingsplan kan worden aangehaald.

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het
Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Dit bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de planregels en verbeelding van het bestemmingsplan De Biezen, echter hiermee wordt niet een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.

De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Velsen. Gezien het bovenstaande is de economische
uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.1 Proces

De voorgenomen herontwikkeling van de volkstuincomplexen is tot stand gekomen na een uitvoerige gebiedsinventarisatie en na individuele gesprekken met eigenaren en gebruikers. Er heeft met deze partijen regelmatig overleg plaatsgehad en er is actief gecommuniceerd over de voortgang van het proces. Voorts is op 14 maart 2019 door de gemeenteraad een bijeenkomst gehouden, waarin de betrokken partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt over de nieuwe bestemmingsplan kenbaar te maken. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is besloten de ontwikkeling van dit plangebied verder uitvoering te gaan geven.

6.2 Procedure

Het ontwerp van dit bestemmingsplan heeft vanaf 5 juli 2019 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen. Er zijn 8 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn beantwoord in de 'nota behandeling van zienswijzen Volkstuinen de Biezen', welke als bijlage 2 aan deze toelichting is gevoegd. De zienswijzen zijn bij de besluitvorming in het kader van de vaststelling door de gemeenteraad betrokken.

Na de beroepstermijn van zes weken treedt het bestemmingsplan in werking, tenzij conform artikel 8.4 Wro een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan bij de afdeling bestuursrechtspraak Raad van State.