direct naar inhoud van 4.3 Water
Plan: Zuiderscheg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0453.Bp1200ZUIDERSCHEG1-I001

4.3 Water

Waterbeheer en -beleid

De Zuiderscheg ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Ten noorden van het plangebied ligt het Noordzeekanaal. Voor het gebied heeft het Hoogheemraadschap twee relevante beleidsstukken, zijnde het “Waterbeheerplan 2010-2015” en de “Keur 2009 en Beleids- en Algemene regels 2009”.

Waterbeheerplan 2010-2015

Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities zijn voor de komende planperiode en welke maatregelen in het watersysteeem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op de uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water.

Keur en Beleidsregels 2009

Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur was nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onder delen van het waterbeheer. De Keur en Beleidsregels maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. In de Keur staan regels ter bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken (zoals stuwen en gemalen). Zo is in de keur geregeld welke handelingen en activiteiten in en nabij watergangen, waterkeringen en waterbergingsgebieden niet zijn toegestaan zonder vergunning. De keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen.

Rijnland hanteert voor toename van verharding het zogenaamde compensatiebeginsel. Het beleid is dat 15% van de toename van verharding moet worden gecompenseerd in “functioneel” open water.

Het afkoppelen van verharde oppervlakten van het riool stimuleert Rijnland. Het afkoppelen van het rioleringssysteem van oppervlakten met uitloogbare bouwmetalen is niet toegestaan.

Oppervlakte water

Oppervlaktewater komt in het gebied voor in de vorm van sloten, de schaats-/modelbotenvijver en het verlengde van de Schipbroekenbeek/ De Beek. De sloten en schaats-/modelbotenvijver kennen een zomerpeil van +0,05 m NAP en een winterpeil van -0,20 m NAP. De graslanden tussen de Laaglandersluisweg en de rijksweg A9 liggen sterk lager. Het peil bedraagt daar ca. -2,40 m NAP. Ten westen van het plangebied liggen de Schipbroekenbeek en De Beek. Ter hoogte van het Groenelaantje stromen beide duinrellen samen. De Beek is vanwege de hoge ligging ten opzichte van het omringende maaiveld duidelijk waarneembaar. Ter plaatse van de zuidelijke tunnelinrit kruist De Beek de rijksweg A9 en verlaat daar het plangebied om later uit te stromen in het Zijkanaal B. Het peil van de Polder de Velserbroek is -0.72 NAP.

Grondwater

Het grondwaterpeil wordt in het gebied sterk beïnvloed door het oppervlaktewaterpeil, het Noordzeekanaal en de Noordspaarndammerpolder. In natte perioden is de grondwaterstand rondom de schaatsbaan over het algemeen gelegen tussen maaiveld en 50 cm diepte. In de overige gebieden ligt de grondwaterstand overwegend dieper dan 70 cm.

Riolering

In het noordwesten van het gebied bevindt zich een bedrijventerrein (afvalbrengstation van ReinUnie, de ambulancepost en de busremise). Deze voorzieningen zijn aangesloten op de riolering die via een rioolgemaal afvoeren naar de AWZI. Nabij de schaats-/modelbotenvijver bevindt zich een toiletgebouw dat voorzien is van een septictank.

Binnen de grenzen van het plangebied liggen een aantal boezemwaterkeringen, zie onderstaande afbeelding. Het beheer van de waterkering berust bij het hoogheemraadschap van Rijnland.

afbeelding "i_NL.IMRO.0453.Bp1200ZUIDERSCHEG1-I001_0007.jpg"

Afbeelding 7, overzicht boezemwaterkeringen